Vragen van de leden Koopmans en Laan-Geselschap (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het berechten van Nederlandse Syrië-gangers door de Koerdische autoriteiten in Noord-Syrië (ingezonden 19 juli 2019).

Mededeling van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 september 2019)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Les Kurdes de Syrie prêts à juger les djihadistes français»?1

Vraag 2

Zult u, conform de motie Laan-Geselschap c.s.2, alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat (ook) Nederlandse jihadisten daar worden berecht waar zij hun afgrijselijke misdaden hebben begaan?

Vraag 3

Zult u daartoe in overleg treden met de Koerdische autoriteiten in Noord-Syrië om te zien wat zij nodig hebben om hun aanbod van lokale berechting gestand te doen?

Vraag 4

Is het kabinet bereid om de benodigde financiële en juridische ondersteuning te bieden om dit mogelijk te maken, al dan niet samen met andere relevante partners?

Vraag 5

Overlegt u met de Franse regering en andere westerse regeringen om te komen tot een gezamenlijke ondersteuning van de geboden rechtsgang, opdat deze ten minste kan voldoen aan de minimumvoorwaarden van een eerlijk proces?

Vraag 6

Is het kabinet bereid om, met relevante partners, te investeren in lokale detentiecentra voor (Nederlandse) jihadisten?

Mededeling

Naar aanleiding van de vragen van de leden Koopmans en Laan-Geselschap (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Justitie en Veiligheid over het berechten van Nederlandse Syrië-gangers door de Koerdische autoriteiten in Noord-Syrië, met kenmerk 2019Z15269, die werden ingezonden op 19 juli 2019, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat interdepartementale afstemming meer tijd vergt.

Naar boven