Vragen van het lid Slootweg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Gemeenten verschillen te veel bij toewijzing langdurige zorg?» (ingezonden 11 oktober 2018 ).

Mededeling van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 oktober 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel in Trouw «Gemeenten verschillen te veel bij toewijzing langdurige zorg»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op het gegeven dat uit cijfers die tv-programma «De Monitor» heeft opgevraagd, blijkt dat in de gemeenten Nieuwegein, Leeuwarden of Groningen vorig jaar 44 procent «nee» kreeg te horen op een verzoek tot langdurige zorg en in de gemeente Almere dat 21 procent was? Kunt u dit verschil duiden? Kunt u ook aangeven of deze cijfers kloppen?

Vraag 3

Hoeveel verzoeken tot langdurige zorg zijn er in het afgelopen jaar ingediend? Hoeveel van deze verzoeken zijn afgewezen?

Vraag 4

Is er een duidelijk verschil te zien in het percentage afwijzingen per gemeente?

Vraag 5

Krijgen de inwoners uit elke gemeente na een afwijzing voor langdurige zorg, de juiste zorg waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn?

Zo, nee kunt u aangeven waarom dit niet gebeurd en wat u hier aan gaat doen?

Vraag 6

Wat is uw reactie op de conclusie van de Algemene Rekenkamer in het rapport «Focus op Toegang tot de Wet langdurige zorg» van 6 juni 2018 dat het geen zin heeft mensen eerder naar de langdurige zorg te sturen, wanneer de gemeente zelf voor een kwetsbare inwoner verantwoordelijk is?2

Deelt u de mening dat dit goed nieuws is, maar ook direct de vrees geeft dat gemeenten die snel indicaties aanvragen misschien wel minder goed zorg aanbieden? Deelt u deze vrees?

Vraag 7

Bevestigt de reportage van de Monitor nu dat het CiZ objectief meet?

Vraag 8

Is de zorg die men ontvangt van een gemeente, die sneller een indicatie aanvraagt bij het CiZ, schraler dan van een gemeente die terughoudend is met het aanvragen van indicaties?

Vraag 9

Deelt u de mening van de directeur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) dat dergelijke verschillen ontstaan door het kennistekort bij sommige gemeenten.3

Zo ja, kunt u aangeven hoe u dit kennistekort bij deze gemeenten gaat aanpakken?

Zo nee, kunt u aangeven wat volgens u de redenen zijn voor het verschil tussen de gemeenten in het percentage afwijzingen?

Vraag 10

Deelt u de stelling van de directeur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland dat het hoge percentage afwijzingen mogelijk ook komt door financiële redenen: «intensieve zorg is kostbaar dus zoeken gemeenten of andere organisaties met enige regelmaat de oplossing bij het Rijk».

Zo ja, kunt u aangeven hoe u dit wil tegen gaan?

Vraag 11

Kunt u aangeven hoe ouders / verzorgers van kinderen met een intensieve zorgvraag geholpen kunnen worden in de aanvraag van langdurige zorg? Is dit voldoende bekend bij deze groep ouders?

Zo nee, hoe kunt u meer bekendheid hieraan geven?

Vraag 12

Hoe kijkt u aan tegen de volgende oproep van de pleegmoeder van een jongen die intensieve langdurige zorg nodig heeft: «De gemeente betaalt en achter de schermen wordt door de gemeente gekeken wie de rekening betaald»?4

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Slootweg (CDA) over het bericht «Gemeenten verschillen te veel bij toewijzing langdurige zorg?’ (2018Z18175) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat afstemming met het CIZ en de VNG nodig is.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven