Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat
en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het misbruiken van subsidie voor
duurzame energie voor het wegwerken van het mestoverschot (ingezonden 29 mei 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 8 juli 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3174.
Vraag 1
Kent u het bericht «Een aan alle kanten stinkende affaire» over de zwaar gesubsidieerde
mestvergisters, die omgeven zijn door overlast en fraude?1
Vraag 2 t/m 8
Erkent u dat de miljoenensubsidies die de overheid geeft aan mestvergisters afkomstig
zijn uit de subsidiepot voor duurzame energie (SDE+) en zouden moeten bijdragen aan
een vergroot aandeel duurzame energieproductie en het behalen van klimaatdoelen?
Wat vindt u ervan dat de advocaat van de provincie Gelderland echter heeft gesteld
dat de gigantische mestfabriek in Groenlo er niet komt voor duurzame energie, maar
voor het wegwerken van het mestoverschot?
Wat vindt u van zijn uitspraak «Zelfs als er meer energie in gaat dan er uit komt,
blijft het een goed project»?
Wat vindt u ervan dat, naast verschillende deskundigen, nu ook provincies openlijk
uitspreken dat mestvergisters mogelijk een negatief effect hebben op de energietransitie?
Erkent u dat de mestvergisters vooral een uitweg bieden aan regiobestuurders om hun
mestoverschot weg te werken, waardoor ze de veestapel niet hoeven in te krimpen? Erkent
u daarmee dat mestvergisters een uitweg bieden om de intensieve veehouderij in stand
te houden?
Deelt u de mening dat het misleidend is dat er miljoenensubsidies gaan naar mestvergisters
onder het mom van duurzame energie, maar dat deze in feite vooral benut worden om
de intensieve veehouderij in stand te houden? Zijn de SDE+-subsidies daarvoor bedoeld?
Deelt u de mening dat de miljoenensubsidies die naar mestvergisters gaan beter besteed
kunnen worden aan werkelijke duurzame energiebronnen zoals wind- of zonne-energie?
Antwoord 2 t/m 8
De SDE+-middelen worden door middel van het veilingsysteem op de meest kosteneffectieve
manier ingezet. Een mestvergister met een SDE+-subsidiebeschikking is dus concurrerend
ten opzichte van andere technieken.
De vergistingssector (mono-mest-, co- en allesvergisting) is belangrijk voor de Nederlandse
hernieuwbare energiedoelen en levert een belangrijke bijdrage aan de productie van
hernieuwbare energie. Er staan nu ruim 200 installaties met een gezamenlijke maximale
productie van circa 12 PJ per jaar. Dit is 12% van de totale duurzame energie die
met SDE+-middelen wordt gesubsidieerd.
Bij de berekening van hernieuwbare energieproductie van mestvergisters wordt gekeken
naar de hernieuwbare energieproductie ten opzichte van een mestverwerker zonder vergisting.
Die extra opgewekte energie is hernieuwbare energie die zonder SDE+-subsidie niet
zou zijn opgewekt, het energieverbruik van de mestverwerker zou zonder SDE+-subsidie
wel zijn blijven bestaan. Bij de berekening van de subsidiebedragen voor mestvergisters
wordt gekeken naar de meerkosten ten opzichte van mestverwerking zonder vergisting.
SDE+-subsidie wordt alleen uitgekeerd over de daadwerkelijk geproduceerde hoeveelheid
energie, wanneer een vergister geen energie produceert wordt er dus ook geen SDE+-subsidie
uitgekeerd. Daarnaast wordt bij het vergisten van mest ook de emissie van methaan
uit mest sterk teruggebracht.
Vraag 9
Bent u bereid om de subsidie op mestvergisters te beëindigen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, de subsidies op bestaande mest(co)vergisters zal ik niet beëindigen.
Wel is vanaf 2019 co-vergisting (50% mest 50% co-producten) niet meer als aparte categorie
opgenomen in de SDE+-regeling. Co-vergisters kunnen nu een aanvraag indienen onder
de categorie allesvergisting.
X Noot
1Volkskrant, 25 mei 2019: «Een aan alle kanten stinkende affaire»