Vragen van het lid Bouali (D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Aanval op WTO door Trump dwingt Europa tot noodgreep» (ingezonden 13 juni 2019).

Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 4 juli 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Aanval op WTO door Trump dwingt Europa tot noodgreep»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat het Beroepsorgaan van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) minimaal drie leden nodig heeft om operationeel te blijven en dat de ambtstermijn van twee van de laatste drie overgebleven leden van het WTO-Beroepsorgaan op 10 december 2019 eindigt? Zo ja, hoe duidt u deze ontwikkelingen? Wat zullen hiervan de gevolgen zijn?

Antwoord 2

Dat klopt. De ontwikkelingen omtrent de blokkade van de selectieprocedures voor Beroepsorgaan (Appellate Body) zijn zorgelijk. Als er geen oplossing wordt gevonden die tegemoet komt aan de zorgpunten van de VS, is het Beroepsorgaan niet meer operationeel per 11 december 2019. Het Beroepsorgaan kan dan geen beroepszaken meer in behandeling kan nemen. Dit betekent tevens dat het risico bestaat dat handelsgeschillen stranden voordat een juridisch bindende uitspraak is vastgesteld. Internationale handel vaart wel bij de voorspelbaarheid die bindende geschillenbeslechting bij de WTO biedt. Het systeem biedt daarbij duidelijkheid aan bedrijven over de geldende importtarieven van WTO-leden. Het is zorgwekkend dat door de blokkade van het Beroepsorgaan, het WTO-systeem onder druk staat. De blokkade van het Beroepsorgaan is inmiddels ruim twee jaar bezig en is aan de orde bij elke Raad Buitenlandse Zaken Handel, waarover u vooraf geïnformeerd wordt via de geannoteerde agenda.

Vraag 3

Hoe duidt u het feit dat de Verenigde Staten al langere tijd de werking van het WTO-Beroepsorgaan frustreren?

Antwoord 3

De VS heeft zorgen geuit over het Beroepsorgaan. Deze zorgen leven bij de VS al sinds de oprichting van de WTO in 1995. Niettemin heeft de VS er vanaf het voorjaar van 2017 voor gekozen om deze zorgpunten om te zetten in aanhoudende blokkade van de selectieprocedures voor nieuwe leden van het Beroepsorgaan, hetgeen over enkele maanden betekent dat het Beroepsorgaan tot stilstand komt.

Vraag 4

Klopt het dat de Europese Unie (EU) samen met gelijkgezinde WTO-leden een tijdelijke beroepsprocedure wil optuigen die de functies van het Beroepsorgaan grotendeels «kopieert»?2 Zo ja, hoe schat u de haalbaarheid van deze onderneming? Zo nee, op welke wijze werkt de EU op enige andere wijze aan een oplossing?

Antwoord 4

De EU is in overleg met andere WTO-leden om tot een interim-oplossing te komen. Doel is te komen tot een alternatief voor de behandeling van nieuwe beroepszaken door het Beroepsorgaan en het garanderen van de continuïteit van lopende beroepszaken. Het is de verwachting dat meerdere grote gebruikers van het geschillenbeslechtingsmechanisme van de WTO interesse zullen hebben in een dergelijke oplossing. Of deze andere WTO-leden het eens zijn met de aanpak die de EU voorstelt, is vooralsnog onduidelijk.

Vraag 5

Op welke wijze zet Nederland zich, zowel individueel als binnen de EU, in om te voorkomen dat de WTO zijn functie in beslechting van handelsconflicten verliest? Wat zijn de Nederlandse inzet en standpunten rondom de huidige ontwikkelingen?

Antwoord 5

Nederland steunt de Europese Commissie in het uitdragen van het belang van het multilaterale handelssysteem, met een systeem van bindende geschillenbeslechting. Dit betekent primair het zo snel mogelijk opheffen van de blokkade van het Beroepsorgaan. Het kabinet draagt deze boodschap in multilaterale en bilaterale kanalen uit, evenals in publieke uitingen.

Naar boven