Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Wat vindt u van de pagina waarop gesproken wordt over «grauwe buitenwijken» in combinatie
met de woorden «gastarbeiders», «moskee», «criminaliteit», «kakkerlakken», «werkloos»?
Deelt u de mening dat op deze manier allerlei vooroordelen en stereotypen kunnen worden
aangewakkerd dan wel bevestigd? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om de uitgever van Geobas 7 hierop aan te spreken? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om de uitgever van Geobas 7 te vragen de onderhavige editie te vervangen
door een editie waarin geen sprake is van het aanwakkeren van vooroordelen en stereotypen?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om de uitgever van Geobas 7 te vragen de onderhavige editie niet meer
voor het volgende schooljaar te gebruiken? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid de uitgever van Geobas 7 te vragen om al zijn onderwijsmateriaal aan
een kritische blik te onderwerpen en indien nodig het materiaal zo aan te passen dat
er geen sprake meer is van het aanwakkeren dan wel bevestigen van vooroordelen en
stereotypen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid een organisatie met expertise op het gebied van discriminatie (zoals
bijvoorbeeld RADAR) een scan van al het Nederlandse onderwijsmateriaal in het basis-
en voortgezet onderwijs te laten maken om te kijken bij welk materiaal er sprake is
van het aanwakkeren van vooroordelen en stereotypen, en op basis van dit onderzoek
de betreffende uitgevers hierop aan te spreken? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om de door boeken, zoals Geobas 7, aangewakkerde vooroordelen en stereotypen
te bestrijden door een antivooroordeel campagne op scholen in het basis- en voortgezet
onderwijs? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Met enige regelmaat krijgt het kabinet vragen over de inhoud van leermiddelen. Hoe
begrijpelijk het ook is dat bepaalde passages uit leermiddelen soms vragen oproepen,
hecht ik eraan om de formele verantwoordelijkheidsverdeling omtrent de inhoud van
leermiddelen te respecteren.
Zoals ik en mijn voorgangers in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen
al hebben aangegeven, is het niet aan het kabinet om de inhoud van leermiddelen te
beoordelen, maar aan de scholen. We hebben, via de vrijheid van onderwijs, grondwettelijk
verankerd dat scholen het onderwijs zelf mogen inrichten en daarbij leermiddelen van
hun keuze mogen gebruiken. Dit past bij de autonomie van scholen en bij de professionele
ruimte van leraren om daarin hun eigen afwegingen te maken.
Tegelijkertijd is onderdeel van die vrijheid dat scholen de verantwoordelijkheid hebben
om richting ouders en leerlingen aanspreekbaar te zijn op de gemaakte keuzes en de
omgang met leermethoden. Ouders en leerlingen kunnen eventuele vragen hierover via
hun vertegenwoordiging in de medezeggenschapsraad onder de aandacht brengen van het
schoolbestuur. Daarnaast kan een klacht worden ingediend via de daarvoor geldende
klachtenregeling. Bovendien zijn de grondwettelijke vrijheden van scholen niet onbegrensd;
zij worden bijvoorbeeld begrensd door het strafrecht. Indien er strafrechtelijke grenzen
worden overschreden, is het aan het Openbaar Ministerie om op te treden.