Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het uitblijven van een wetsvoorstel rond het vaststellen van staatloosheid (ingezonden 13 juni 2019).

Mededeling van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juli 2019).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u in antwoord op Kamervragen heeft aangegeven dat u het wetsvoorstel over de vaststelling van staatloosheid in het voorjaar van 2018 zou indienen?1 Waarom is dit, ruim een jaar later, nog steeds niet gebeurd?

Vraag 2

Bent u zich ervan bewust dat in de jaarplanning 2019 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid die u naar de Kamer heeft gezonden, de behandeling van het wetsvoorstel was gepland voor het eerste kwartaal van 2019?

Vraag 3

Wanneer gaat u het wetsvoorstel aan de Kamer aanbieden? Kunt u een concrete datum geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bekend met het bericht «Utrecht wil staatlozen helpen»?2

Vraag 5

Kunt u de schatting van Statelessness and Inclusion bevestigen dat circa 8.000 mensen momenteel staatloos zijn?

Vraag 6

Bent u bereid om in overleg te treden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om gemeenten te ondersteunen en handvaten aan te rijken, bijvoorbeeld ten aanzien van het opnemen van mensen in de Basisregistratie Personen en voor het helpen van staatlozen, zolang het wetsvoorstel nog niet is behandeld? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het uitblijven van een wetsvoorstel rond het vaststellen van staatloosheid (ingezonden 13 juni 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1066

Naar boven