Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over het misbruikschandaal bij ProDemos (ingezonden 30 april 2019).

Nader antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 2 juli 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Misbruikschandaal bij Haags «Huis voor de democratie» ProDemos»?1

Vraag 2

Heeft u contact opgenomen met ProDemos naar aanleiding van dit nieuws? Zo ja, heeft ProDemos u meer inzicht kunnen bieden in de maatregelen die zijn genomen sinds de eerste meldingen van deze misstanden?

Vraag 3

Bent u van mening dat een extern en onafhankelijk onderzoek in de rede ligt om te verzekeren dat ProDemos de juiste stappen heeft genomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is er naar aanleiding van het door ProDemos georganiseerde onderzoek en het daaropvolgende ontslag van de directeur contact opgenomen met voormalige werknemers om hen nazorg te bieden? Zo nee, bent u bereid de organisatie hiertoe op te roepen?

Vraag 5

Kunt u toelichten wat voor nazorg verleend wordt aan huidige en voormalige werknemers? Bent u bereid erop toe te zien dat deze nazorg correct verloopt?

Vraag 6

Op welke manier worden (voormalige) werknemers ondersteund bij de keuze om aangifte te doen of niet? Hoe wordt er verzekerd dat men aangifte kan doen wanneer dat gewenst is, zonder te hoeven vrezen voor repercussies?

Nader antwoord

Bij de beantwoording van de Kamervragen van het lid Kuiken (PvdA) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2624) heb ik toegezegd dat het onderzoek van de commissie onder leiding van de heer Joustra voor het reces voltooid zou zijn. De heer Joustra heeft echter om verlenging van de onderzoeksperiode gevraagd. Hij zal zijn onderzoek zo snel mogelijk na het zomerreces afronden.

Naar boven