Vraag 2, 3 en 4
Deelt u de opvatting van bewoners in het gebied dat dit een te forse ingreep is in
het landschap? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Bent u het eens met de opvatting dat de bouw van grote energie-infrastructuur bij
voorkeur en zo veel als mogelijk op industrieterreinen dient plaats te vinden? Zo
ja, wordt dan naar alternatieve locaties gekeken? Zo nee, waarom niet?
Op welke wijze is deze voorgenomen locatie in beeld gekomen en gekozen en op welke
wijze hebben principes van goede ruimtelijke ordening en opvatting van omwonenden
en het lokale bestuur hierin een rol gespeeld en meegewogen?
Antwoord 2, 3 en 4
Op 5 april 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van
de Routekaart Windenergie op zee 2030 (Kamerstuk 33 561, nr. 48). Ik heb daarbij toegelicht hoe ik tot een keuze ben gekomen voor de – in een Rijkscoördinatieregeling
(RCR) – te onderzoeken ondergrondse kabelverbindingen en aansluitlocaties voor het
naar land brengen van de windenergie van zee uit de Routekaart 2030. Voor de noordelijke
verbinding van het windenergiegebied IJmuiden Ver (Net op zee IJmuiden Ver Bèta) zijn
de Maasvlakte en Simonshaven aangewezen om nader te onderzoeken.
De Routekaart Windenergie op zee 2030 van 27 maart 2018 (Kamerstuk 33 561, nr. 42) voorziet in 6,1 GW windenergie op zee. Vooruitlopend op procedures onder de RCR
ben ik in 2018 gestart met een brede verkenning naar de mogelijkheden om deze windenergie
aan land te brengen2. Voor het windenergiegebied IJmuiden Ver heb ik voor 25 mogelijke ondergrondse hoogspanningsverbindingen
en 10 potentiële aansluitlocaties op bestaande hoogspanningsstations – waaronder een
aantal in industriegebieden – de milieueffecten, kosten, techniek, toekomstvastheid
en omgevingsaspecten in beeld gebracht.
De resultaten van deze verkenning zijn weergegeven in een afwegingsnotitie, waarin
onder meer aandacht is besteed aan ruimtelijke en landschappelijke aspecten. De landschappelijke
inpassing vormt een belangrijk aandachtspunt voor het aansluitpunt Simonshaven nabij
Biert. Het geheel van milieueffecten, kosten, techniek, toekomstvastheid en omgevingsaspecten
in beschouwing genomen, zijn voor de noordelijke verbinding van het windenergiegebied
IJmuiden Ver Simonshaven en de Maasvlakte als de meest kansrijke aansluitpunten uit
de verkenning gekomen.
Gedurende de verkenning hebben betrokken provincies, gemeenten, waterschappen, belangenorganisaties
en bedrijfsleven deelgenomen aan werksessies en aparte gesprekken. In de eind maart
2019 gestarte RCR-procedure Net op zee IJmuiden Ver Bèta zijn omwonenden betrokken
en is een informatieavond in het gebied van Simonshaven georganiseerd.
Op basis van de afwegingsnotitie, bespreking met decentrale overheden op 5 december
2018 en een positief advies van de Commissie voor de Milieueffectrapportage heb ik
besloten de aansluitstations en tracés naar de Maasvlakte en Simonshaven in een procedure
onder de RCR nader te onderzoeken. In deze procedure zullen de effecten op milieu
– waaronder invloed op landschap en ruimtelijke kwaliteit-, techniek, kosten, omgeving
en toekomstvastheid van deze alternatieven verder in kaart worden gebracht in een
integrale effectenanalyse (IEA). Ik zal de overheden in de regio de gelegenheid geven
mij naar aanleiding van de IEA te adviseren over een voorkeursalternatief. Ook andere
belanghebbenden krijgen de gelegenheid een voorkeur uit te spreken voor een alternatief.
Vervolgens zal ik, in afstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
een keuze maken voor een voorkeursalternatief, waarbij ik ook het aspect landschappelijke
inpassing zal meewegen. Dat voorkeursalternatief zal dan uiteindelijk worden neergelegd
in een ruimtelijk besluit.