Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Ministers voor Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over tbs voor verkrachters (ingezonden 28 mei 2019).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 juni 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Hoog tijd voor de «Anne Faber-norm»: bij verkrachting naast straf ook altijd tbs»?1

Vraag 2

Wat is uw mening over de voorgestelde norm namelijk dat een verkrachter door zijn daad blijk heeft gegeven van een psychiatrische ziekte of stoornis en daarom tbs opgelegd zou moeten krijgen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het probleem van weigerende observandi onder verdachten van de meest ernstige vormen van verkrachting meteen opgelost wordt, indien tbs in die gevallen standaard en dus zonder onderzoek bij het Pieter Baan Centrum of aan de hand van andere gegevens kan worden opgelegd? Zo ja, welke conclusies verbindt u hier aan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is het juridisch mogelijk vast te gaan leggen dat bij de ernstigste vormen van verkrachting uitgegaan zou moeten worden van een psychiatrische ziekte of stoornis en dat op grond daarvan een rechter tbs moet kunnen opleggen, waarbij de verdachte in de gelegenheid kan worden gesteld aan te tonen dat er geen sprake is een psychiatrische ziekte of stoornis? Zo ja, acht u dit wenselijk en hoe gaat u hier gevolg aangeven? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over tbs voor verkrachters (ingezonden 28 mei 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Financieele Dagblad, 27 mei 2019

Naar boven