Vraag 2
Kan u aangeven waarom, indien dit bericht klopt, u het niet nodig vond dit actief
met de Kamer te delen?
Antwoord 2
In de beleidsbrief van toenmalig Minister Hillen van 10 april 2012 wordt het besluit
om een nieuwe marinierskazerne in Vlissingen te ontwikkelen, toegelicht (Kamerstuk
32 733, nr. 59). Het rapport van 1 maart 2012 van de hierboven genoemde gezamenlijke werkgroep is
gelijktijdig met de beleidsbrief aangeboden aan de Kamer. In dit rapport wordt geconcludeerd
dat de grond vanwege vervuiling en de aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven
weliswaar gebruiksbeperkingen kent, maar dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt
voor de ontwikkeling van de nieuwe kazerne.
In de behoeftestellingsbrief van 31 augustus 2012 (Kamerstuk 33 358, nr. 1) wordt de conclusie dat op de locatie qua ruimtelijke ordening en milieu geen noemenswaardige
belemmeringen zijn vastgesteld voor de ontwikkeling van een kazerne, herhaald. Op
10 december 2012 is in antwoorden op Kamervragen een aantal risico’s uit het DMP-A
document geciteerd. Hierin is expliciet ingegaan op de aanwezige vervuilde grond als
één van de risico’s (Kamerstuk 33 358, nr. 2).
De daarop volgende jaren is meermaals met de Kamer gecommuniceerd in Vastgoedrapportages
en tijdens AO’s over het feit dat er onderzoeken plaatsvonden naar de precieze aard
en omvang van de vervuiling van de grond, de aanwezige niet-gesprongen explosieven
en hieraan verbonden gezondheidsrisico’s (AO Vastgoed 22 april 2014, Vastgoedrapportage
12 juni 2015, Vastgoedrapportage 30 mei 2016). Ook is aan de Kamer gemeld dat er gesprekken
zijn geweest en afspraken zijn gemaakt over de kosten- en risicoverdeling tussen Defensie
en de regio (AO Vastgoed 12 december 2013, Vastgoedrapportage 4 december 2015, Vastgoedrapportage
30 mei 2016, Vastgoedrapportage 6 december 2016, antwoorden 20 februari 2017 op schriftelijke
Kamervragen over de Vastgoedrapportage 2016).
De provincie heeft de bestuursovereenkomsten tussen Defensie en de regio over het
saneren van de grond in 2014 (Bestuursovereenkomst Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne),
2015 (Erfpachtovereenkomst, Bestuursovereenkomst financiële bijdrage erfpactcanon,
Bestuursovereenkomst afkoopsom bouwrijp maken) en 2016 (Bestuursovereenkomst Kostendeling
Gronddossier) gedeeld met de provinciale staten. Deze overeenkomsten zijn openbaar
in te zien, met uitzondering van de afspraken over de afkoopsom voor het bouwrijp
maken van de grond, die onder geheimhouding zijn gedeeld met de provinciale staten.
Voor de volledigheid zijn deze overeenkomsten bij deze antwoorden gevoegd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit de zoveelste reden is om het onverantwoorde, en blijkbaar
ook nog eens gevaarlijke, plan van deze verhuizing voor de gezondheid van onze mariniers
naar de prullenbak te verwijzen? Zo nee, heeft u niets geleerd van het chroom-6 schandaal
als het gaat om uw personeel met gevaarlijke chemicaliën te laten werken?
Zo ja, per wanneer wordt de kazerne in Doorn dan vernieuwd?
Antwoord 3
Zoals ik in het AO Materieel van 21 juni jl. heb gezegd, wordt de aanbestedingsprocedure
van de marinierskazerne in Vlissingen voortgezet op basis van het besluit dat in 2012
is genomen. Hierbij gaat Defensie uit van een veilig en gezond werk- en leefklimaat
en vindt sanering plaats conform de Wet bodemsanering en de Circulaire bodembescherming
van 1 juli 2013. Als laatste stap bij het uitvoeren van de saneringen worden nieuwe
bodemonderzoeken uitgevoerd, waarmee zal moeten worden aangetoond dat het terrein
volgens wet- en regelgeving een geschikte locatie is voor het beoogde gebruik en dat
de bodemverontreinigingen die in de grond blijven zitten, met inachtneming van de
gebruiksbeperking, geen bedreiging vormen voor de veiligheid en de gezondheid van
het personeel. Pas na sanering draagt het Rijksvastgoedbedrijf het terrein over aan
het consortium dat zorgdraagt voor de bouw.