Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en
Waterstaat en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de vergroening van
de auto’s van de overheid (ingezonden 20 februari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat),
mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 6 juni 2019).
Hierbij stuur ik u mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat de antwoorden
op de vragen van het lid Wassenberg (Partij van de Dieren) over de vergroening van
het rijkswagenpark.
Vraag 1
Kent u het bericht «Duurzame dienstauto’s: nog niet bij het ministerie dat er over
gaat»?
Antwoord 1
Ja, dit artikel is mij bekend.
Vraag 2
Staat u nog achter de uitspraak van uw ambtsvoorganger uit 2016 dat de overheid het
goede voorbeeld dient te geven op het gebied van schone auto’s en milieu?Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Ja. Daarom geeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zelf ook het goede
voorbeeld met de inkoop bij Rijkswaterstaat van honderdvijftig elektrische auto's
in de afgelopen anderhalf jaar en verwacht ik met mijn eigen departement de gestelde
ambitie ruimschoots te zullen halen.
Vraag 3
Staat u nog achter de afspraak uit 2016 om het wagenpark van de overheid te verduurzamen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja, dit blijft een doelstelling voor het Rijk. Ik werk daarin nauw samen met
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkelaties vanuit haar coördinerende
verantwoordelijkheid voor de rijksinkoop.
Vraag 4
Klopt het dat in 2018 een kwart van het wagenpark van het Agentschap Telecom (een
inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) vervangen diende
te worden, maar dat er gekozen is voor benzinlurpers in plaats van schone auto’s?
Hoe valt dat te rijmen met de uitspraak dat de overheid het goede voorbeeld dient
te geven op het gebied van schone auto’s en milieu?
Antwoord 4
Het klopt dat het Agentschap Telecom (AT) in dit geval heeft gekozen voor benzineauto’s.
AT onderschrijft het belang van duurzaamheid, ook voor het wagenpark. Bij de afweging
om al dan niet elektrisch te gaan rijden is de voor het toezicht noodzakelijke functioniteit
echter leidend geweest. AT bekijkt steeds per voertuiggroep (vrachtwagens/busjes/inspectievoertuigen
e.d.) of en wanneer wel naar elektrisch rijden kan worden overgestapt. AT heeft de
ambitie om in 2019 de eerste elektrische auto’s in gebruik te nemen.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel auto’s van bewindspersonen inmiddels elektrisch of op waterstof
rijden? Loopt dit volgens schema volgens u? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 5
Momenteel rijden zestien bewindspersonen in een hybride auto. Begin vorig jaar waren
dat er nog zes. Het gebruik van een hybride auto is een tussetap, totdat geschikte
elektrische auto’s beschikbaar komen. Rond de zomer hoop ik de eerste bewindspersoon
te zijn die volledig elektrisch gaat rijden.
Vraag 6
Hoeveel procent van het wagenpark van de rijksoverheid is inmiddels elektrisch? Loopt
dit volgens schema om het gestelde doel van 20–25% elektrische auto’s in 2020 te halen?
Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 6
Op dit moment bestaat het wagenpark van het Rijk voor 2% uit elektrisch aangedreven
auto’s. Dat is nog niet in lijn met het gestelde doel voor 2020 en inmiddels kijkt
het ontwerpKlimaatakkoord ook al verder. Hoewel ik besef dat het lastig zal worden
om het gestelde doel nog in 2020 te halen, wil ik me hiervoor inzetten, zeker nu de
markt voor elektrisch vervoer een steeds beter aanbod kent. Ik zal hiertoe ook mijn
mede-bewindspersonen die de grootste wagenparken hebben oproepen. Dit punt wordt ook
meegenomen bij de uitwerking van het advies van ABDTopconsult «Transitie te koop»
over het veterken en verduurzamen van de opdrachtgevende functie binnen het Rijk.
Bovendien zetten het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkelaties (verant-woordelijk
voor het Rijksinkootelsel), Defensie (verantwooelijk voor inkooategorie civiele diensuto’s),
Economische Zaken en Klimaat (verantwooelijk voor het Klimaatakkoord) en mijn departement
samen in op verbeteracties, waaronder forse uitbreiding laanfrastructuur, uitbreiding
van het raamcontract en monitoring.
Vraag 7
Bent u tevreden met dit resultaat van een kabinet dat zichzelf «het groenste kabinet
ooit» noemt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, nog niet. Een aantal departementen heeft al forse stappen gezet, maar rijksbreed
is de ontwikkeling naar een duurzamer wagenpark de afgelopen jaren te langzaam gegaan
en moeten er nog flinke slagen worden gemaakt. Wij willen als overheid juist het goede
voorbeeld geven, dus zet ik hier samen met mijn collega’s actief op in.