Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over het bericht «Brussel wil vegaschnitzel verbieden» (ingezonden 3 april 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg), mede namens de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 23 mei 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 2437.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Brussel wil vegaschnitzel verbieden»?1
Vraag 2
Wat is de reden dat in de landbouwcommissie van het Europees parlement op dit moment
het vraagstuk speelt of de benaming van vlees- en zuivelvervangende producten voor
verwarring zorgen bij de consument?
Antwoord 2
In de landbouwcommissie van het Europees parlement is gestemd over de amendementen
die zij graag in zouden brengen op het voorstel van de Europese Commissie voor aanpassing
van de verordening voor de Gemeenschappelijke Marktordening. De wijzigingsvoorstellen
over de benaming van vlees- en zuivelvervangende producten maakten deel uit van deze
amendementen.
Vraag 3, 4
Wat is het Nederlandse standpunt in dit vraagstuk?
Hoe verhoudt het standpunt van het Europees parlement en Nederland zich tot de uitspraak
van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uit 2017 dat vleesvervangende
producten de naam niet hoefden te wijzigen?
Antwoord 3, 4
Zoals beantwoord op eerdere Kamervragen2 in 2017 moet de aanduiding van voedingsmiddelen duidelijk zijn over de aard ervan.
Als voor vleesloze producten termen worden gebruikt die (ook) voor vleeshoudende producten
gebruikelijk zijn, is dit niet per definitie onduidelijk en misleidend, als de aanduidingen
helder zijn over de afwezigheid van vlees en over het gebruik van andere grondstoffen.
Als in voorkomende gevallen producten worden aangeboden waarvan de aard onduidelijk
is, is sprake van consumentenmisleiding en zal de NVWA optreden.
De betreffende amendementen zijn voorstellen van de landbouwcommissie, waar het Europees
parlement zich nog over moet buigen. Het Europees parlement heeft dus nog geen officieel
standpunt ingenomen.
Ook is in Verordening (EU) nr. 1169/2011 vastgelegd dat de Europese Unie nog regels
kan vaststellen voor onder andere het gebruik van de termen «vegetarisch» en «veganistisch».
Zodra de Europese Unie hieraan invulling geeft, kan dit gevolgen hebben voor de wijze
waarop met de etikettering van vleesvervangende producten moet worden omgegaan.
De lijn die ik ten aanzien van de etikettering van vegetarische producten wil volgen,
zal vóór de zomer 2019 nader worden geduid en worden gepubliceerd op de website van
de NVWA.
Vraag 5
Is aangetoond dat door de benaming van vegetarische en veganistische vlees- en zuivelvervangers
consumenten misleid worden of zich misleid voelen wanneer er in de productnaam verwezen
wordt naar een vlees- of zuivelproduct?
Antwoord 5
Voor zover bekend is in Nederland geen onderzoek gedaan naar de mate waarin de Nederlandse
consument zich misleid zou voelen door een dergelijke verwijzing.
Vraag 6
Deelt u de mening dat een verwijzing naar vlees of zuivel in de naam van het vervangende
product juist de consument kan helpen om te kiezen voor een vegetarische optie zodat
de consument weet welke richting de smaak van het product op gaat?
Antwoord 6
Ja, onder voorwaarde dat de aanduiding van de verwijzingen in de naam van vervangende
producten op etiketten of anderszins niet misleidend is.
Vraag 7
Deelt u de mening dat vegetarische vlees- en zuivelvervangers bijdragen aan het verminderen
van de dierlijke eiwitconsumptie en dat dit past in uw visie omtrent kringlooplandbouw
en de Schijf van Vijf?
Antwoord 7
Vegetarische vlees- en zuivelvervangers kunnen bijdragen aan het bereiken van een
goede balans in de consumptie tussen dierlijke en plantaardige eiwitten. Eten volgens
een meer plantaardig voedingspatroon heeft gezondheidsvoordelen. De gezonde balans
tussen dierlijke en plantaardige producten, conform de aanbevelingen van de Gezondheidsraad,
is praktisch terug te vinden in de Schijf van Vijf. Daarnaast sluit een juiste balans
tussen dierlijke en plantaardige eiwitten goed aan bij de LNV-visie over kringlooplandbouw.
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 1055