Vragen van Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over problemen met onbegrensde arbeidsmigratie (ingezonden 10 april 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 mei
2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Roemenië baalt van uittocht werknemers naar EU-landen»?1 Wat is uw oordeel daarover?
Vraag 2
Begrijpt u dat het vrij verkeer van werknemers tot een leegloop leidt in lidstaten
waar de lonen lager liggen dan in andere lidstaten?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het vrij verkeer van werknemers lucratief is voor bedrijven,
maar funest is voor de landen met lagere lonen, vanwege de braindrain die eruit voortvloeit?
Antwoord vraag 1, 2 en 3
Het vrij verkeer van werknemers is een van de pijlers onder de Europese samenwerking.
Arbeidsmobiliteit kan de Nederlandse (kennis)economie, innovatieve slagkracht en concurrentiepositie
versterken. Daarnaast helpt arbeidsmigratie bij het matchen van vraag en aanbod op
de Europese arbeidsmarkt en levert daarmee een substantiële bijdrage aan de Europese
economie, zowel in de werklanden als de landen van herkomst.
Tegelijkertijd heeft arbeidsmigratie haar keerzijdes. Een keerzijde die in sommige
zendende landen speelt, betreft de «braindrain», omdat met name hoger opgeleide werknemers
en vakkrachten met goede baankansen in lidstaten met hogere welvaartsniveaus gaan
werken. Andere factoren die een rol spelen bij het vertrek van mensen zijn de hoogwaardigere
gezondheidszorg en onderwijs in de ontvangende landen en aspecten als corruptie, hogere
belastingen op arbeid, grotere inkomensongelijkheid en het uitblijven van andere structurele
hervormingen in de zendende landen.2
Vraag 4
Is het waar dat inmiddels één miljoen Roemenen elders in Europa werken? Hoeveel mensen
uit Midden- en Oost-Europa werken in West-Europa? Hoe heeft dit aantal zich de afgelopen
tien jaar ontwikkeld?
Antwoord 4
Recente cijfers van Eurostat tonen aan dat ruim 20% van de Roemeense bevolking in
de leeftijd van 20 tot 64 jaar in het buitenland werkt. Verder staat in een rapport
over intra-EU mobiliteit dat 2.563.000 Roemenen in andere landen gevestigd zijn. Het
aandeel dat daarvan werkt is niet bekend. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat
arbeidsmobiliteit tussen lidstaten blijft groeien. In 2017 woonden en werkten 17 miljoen
Europeanen in een ander land dan het land van herkomst. Dit cijfer was in 2006 nog
9 miljoen. Van die 17 miljoen werken er 12,4 miljoen. Daarnaast zijn er 2,8 miljoen
gedetacheerde werknemers.
Vraag 5
Kent u de uitzending van Nieuwsuur «Letland loopt leeg: jongeren vertrekken massaal
naar West-Europa»?3 Wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 5
Ja. Zie ook mijn antwoorden op de vragen 1 tot en met 3.
Vraag 6
Begrijpt u de mensen die zeggen: «wij willen geen subsidies uit Brussel, wij willen
onze mensen terug»? Hoe komt u tegemoet aan de terechte zorgen van deze mensen?
Vraag 7
Erkent u dat het vrij verkeer van werknemers – zolang de welvaartsverschillen enorm
zijn – grote problemen veroorzaakt? Wat onderneemt u om de maatschappelijke gevolgen
te ondervangen (braindrain, leegloop)?
Antwoord 6 en 7
Het kabinet wil dat de discussie over de vraag hoe we een goede balans kunnen krijgen
tussen een diepere en eerlijkere interne markt op de agenda blijft staan, ook na de
aanstaande Europese Verkiezingen. Het kabinet heeft de afgelopen periode actief meegepraat
over de keerzijdes van het vrij verkeer van werknemers, zoals de «braindrain». Die
moet aangepakt worden binnen de EU.
In dat kader is het belangrijk dat de aankomende Europese Commissie opwaartse sociaaleconomische
convergentie hoog op de agenda houdt. Een belangrijke manier om onevenwichtige stromen
van arbeidsmobiliteit te voorkomen is het versterken van de economie van alle lidstaten
en deze dichter tot elkaar te brengen. Structurele hervormingen worden binnen het
kader van het Europees Semester besproken, waarin landen aanbevelingen krijgen om
nationale stelsels te versterken.
Vraag 8
Bent u bereid een systeem van tewerkstellingsvergunningen in te voeren, zodat arbeidsmigratie
gereguleerd kan worden?
Antwoord 8
Het invoeren van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit EU-lidstaten is in
strijd met het vrij verkeer van werknemers. Ik ben om die reden niet bereid een systeem
van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit EU-lidstaten in te voeren.
X Noot
1FD, 6 april 2019 «Roemenië baalt van uittocht werknemers naar EU-landen»
X Noot
2CEPS 2019, EU Mobile Workers: A challlenge to public finances?, door C. Alcidi & D
Gros.