Vragen van de leden Van den Hul, Kuiken en Ploumen (allen PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de toegang weigeren van een haatprediker tot Nederland (ingezonden 24 april 2019).

Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 mei 2019)

Vraag 1

Kent u het bericht «COC: weiger haatprediker toegang tot Nederland»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Deelt u de mening dat hetgeen de in het bericht genoemde prediker over LHBTI’s en de Holocaust zegt meer dan verwerpelijk is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de genoemde uitspraken indien die in Nederland zouden worden geuit tot vervolging zouden kunnen leiden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is dat beschermd dient te worden en dat die bescherming er ook uit bestaat dat misbruik van die vrijheid ten behoeve van haatzaaien of andere strafbare feiten tegen gegaan moet worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Over welke juridische mogelijkheden beschikken u of uw diensten om deze persoon de toegang tot Nederland te ontzeggen?

Deelt u de mening dat de uitspraken van de genoemde prediker al meer dan genoeg zijn om hem de toegang tot Nederland te ontzeggen? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?

Over welke juridische mogelijkheden beschikken u of uw diensten om deze persoon indien hij onverhoopt toch toegang tot Nederland heeft weten te krijgen uit te zetten?

Deelt u de mening dat alles wat mogelijk is moet worden gebruikt om deze man indien hij naar Nederland is gekomen zo snel als mogelijk moet worden uitgezet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Het kabinet staat op het standpunt dat in de Nederlandse samenleving ruimte is voor een grote diversiteit van beschouwingen, opvattingen, waardepatronen en leefstijlen. Voor discriminatie, het oproepen tot haat of onverdraagzaamheid en geweld op enige grond, is geen plaats in een democratische rechtsstaat als de onze. Onze vrijheden zijn geen vrijbrief voor onverdraagzaam gedrag waarmee andere vrijheden worden begrensd. Het kabinet is er alles aan gelegen om krachtig op te treden tegen extremistische sprekers die met het verspreiden van hun denkbeelden de vrijheden van anderen inperken, of zelfs aanzetten tot haat of geweld. Zo heeft de Minister van Justitie en Veiligheid, op verzoek van de Kamer, in zijn brief van 28 mei 2018 een overzicht gegeven van de integrale aanpak tegen extremistische sprekers en de verspreiding van radicaal gedachtegoed, inclusief strafrechtelijke en vreemdelingrechtelijke maatregelen.2 Deze maatregelen zijn van toepassing op visumplichtige en niet-visumplichtige derdelanders.

In het Actieplan Veiligheid LHBTI 2019–2022 en begeleidende Kamerbrief van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2019 leest u, welke maatregelen het kabinet heeft genomen – en de komende jaren nog zal nemen – om de veiligheid te bevorderen van specifiek lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele personen, transgender personen en intersekse personen (LHBTI).

Uit het hierboven geschetste handelingskader volgt uit het hierboven geschetste handelingskader dat ik maatregelen heb genomen om de inreis van betrokkene in de Schengenzone te voorkomen.


X Noot
2

Integrale aanpak extremistische sprekers, Kamerstuk 29 614, nr. 76.

Naar boven