Vragen van de leden RudmerHeerema, Yesilgöz-Zegerius en Ziengs (allen VVD) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Sportclubs moeten verduurzaming aantonen» (ingezonden 19 februari 2019).

Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 4 april 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1830.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat sportclubs vanaf 1 juli dit jaar verplicht moeten aantonen wat zij aan energiebesparing doen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het bericht dat voetbal-, hockey-, tennis- en andere buitensportverenigingen vanaf 1 juli dit jaar verplicht moeten aantonen wat zij aan energiebesparing doen en als zij niet voldoen aan deze informatieplicht een dwangsom opgelegd kunnen krijgen?

Antwoord 2

Ja, sportverenigingen met een energieverbruik van meer dan 50.000 kWh elektriciteit of meer dan 25.000 m3 gas (equivalent) moeten uiterlijk op 1 juli 2019 aan het bevoegd gezag (gemeenten) gerapporteerd hebben welke erkende energiebesparende maatregelen zij toegepast hebben en welke (nog) niet. Op het niet rapporteren voor genoemde datum kan het bevoegd gezag een dwangsom opleggen, om alsnog de gevraagde informatie af te dwingen.

Vraag 3

Klopt het dat ook sportverenigingen vallen onder de 19 bedrijfstakken met erkende maatregelen voor energiebesparing en dus aantoonbare energiebesparende maatregelen moeten nemen?

Antwoord 3

Ja, in Bijlage 10 van de Activiteitenregeling milieubeheer worden de sportaccommodaties van sportverenigingen geduid als bedrijfstak onder «Sport en recreatie». Onder deze erkende maatregelenlijst vallen inrichtingen waar sprake is van sport en recreatie. Het gaat om vakantie- en recreatieparken en campings, zwembaden, sporthallen, sportzalen, ijsbanen, sauna’s en sportvelden en combinaties daarvan. De erkende maatregelenlijst Sport en recreatie is tot stand gekomen in samenspraak met de sport- en recreatiebranche.

Vraag 4, 5

Deelt u de mening dat sportverenigingen waar hoofdzakelijk vrijwilligers werken moeilijk te vergelijken zijn met bedrijfsmatig gerunde bedrijven en instellingen?

Deelt u de opvatting dat deze maatregelen niet passend zijn voor een sportvereniging die gerund wordt door vrijwilligers en die geen winstoogmerk hebben, maar met name afhankelijk zijn van ledencontributies?

Antwoord 4, 5

Sportverenigingen hebben een eigen dynamiek door het vrijwillige kader waar zij uit bestaan. Om verenigingen te ondersteunen in vraagstukken zoals deze hebben zowel de sportbonden als de gemeenten lokaal verenigingsondersteuners die direct naar de sportvereniging toe gaan.

Mijn collega van Economische Zaken en Klimaat is bereid de sportverenigingen te ondersteunen bij het eenvoudig en efficiënt laten verlopen van de informatieplicht voor sportverenigingen. Sportverenigingen met vragen over de informatieplicht kunnen terecht bij de eigen sportbond of bij De Groene Club.

De Groene Club is een initiatief van de sportbonden en ondersteunt de sportverenigingen bij het verduurzamen van hun sportaccommodatie. Daarmee beogen de sportbonden om sportverenigingen een gezonde financiële positie geven over de as van duurzaamheid. De maatregelen die op de erkende maatregelenlijst staan zijn geen bijzondere maatregelen en hebben een korte terugverdientijd (minder dan vijf jaar) die het nemen van deze maatregelen juist voor sportverenigingen financieel interessant maakt.

Zowel de sportbonden als De Groene Club kunnen de verenigingen helpen bij het invullen van het E-loket informatieplicht energiebesparing van RVO.

In het kader van het Sportakkoord ondersteun ikzelf de sportsector in het mogelijk maken van nog meer en betere ondersteuning van de sportverengingen op het verduurzamingsvraagstuk. De sportsector is momenteel deze ondersteuning aan het inrichten.

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe voorkomen kan worden dat eventuele boetes aan sportverenigingen tot verhoging van de contributie leidt?

Antwoord 6

Wanneer sportverenigingen tijdig, dat wil zeggen uiterlijk 1 juli 2019, rapporteren aan het bevoegd gezag, dan wordt voldaan aan de informatieplicht en kan geen boete worden opgelegd. In de rapportage wordt door de sportverenigingen aangegeven welke maatregelen al genomen zijn en welke nog genomen moeten worden. Daarover kunnen sportverenigingen afspraken maken met het bevoegd gezag, de gemeenten.

Vraag 7

Hoeveel van de 25.000 sportverenigingen hebben een aanvraag voor de subsidieregeling «Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties» ingediend? Hoeveel van deze sportverenigingen hebben ook daadwerkelijk de aanvraag toegekend gekregen?

Antwoord 7

De subsidieregeling heeft gelopen van 2016 tot en met 2018. In deze tijd hebben in totaal 1848 unieke aanvragers ingediend, waarvan 1528 sportvereniging en 320 sportstichtingen. Er zijn in totaal 1742 aanvragen toegekend, waarvan 1449 sportverenigingen en 293 sportstichtingen.

Vraag 8

Bent u bereid om sportverenigingen vanwege het specifieke karakter uit te zonderen van de boetesystematiek met betrekking tot verduurzaming om te voorkomen dat contributies omhoog gaan en dit de drempel om te gaan of om te blijven sporten hoger maakt en daarmee niet in lijn ligt met de ambities van het Sportakkoord?

Antwoord 8

Het opleggen van een dwangsom is een zelfstandige bevoegdheid van het ter plaatse bevoegde gezag. Het bevoegd gezag bepaalt of er sprake is van een overtreding en of deze ernstig genoeg is om sancties op te leggen. Normaliter worden eerst termijnen opgelegd om de overtreding alsnog binnen een redelijke termijn ongedaan te maken.

Sportverenigingen kunnen met eventuele vragen ook terecht bij de eigen gemeente. De VSG informeert de gemeenten hier ook actief over.

De VSG zal daarbij ook richting de gemeenten aandacht voor de situatie van de sportverenigingen vragen, om bijvoorbeeld te voorkomen dat hierdoor de contributies onverwacht omhoog zouden moeten.

Verder ondersteunen zowel mijn collega van Economische Zaken als ikzelf de sportsector om de uitvoering van de informatieplicht zo eenvoudig en efficiënt mogelijk te laten verlopen.

Naar boven