Vragen van de leden Alkaya en Van Nispen (beiden SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over eerdere witwaspraktijken van ING (ingezonden 17 september 2018).

Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 10 oktober 2018).

Vraag 1

Hoe is rekening gehouden met de in de noot genoemde afspraken het toezicht op het beleid om witwassen te voorkomen, te verbeteren?1

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat de heer Timmermans in het verleden één van de top-ING’ers was die verantwoordelijk was voor grootschalige integriteitsschendingen?

Vraag 3

Was u op de hoogte van de controlemechanismen op het moment dat de Minister van Justitie en Veiligheid toestemming gaf voor deze schikking?

Vraag 4

Klopt het dat geen afspraken zijn gemaakt dat met deze schikking met ING geen natuurlijke personen vervolgd zouden worden? Zou dat nu alsnog tot de mogelijkheden behoren?

Vraag 5

Onderschrijft u de stelling dat leidinggevenden van ING in landen als Frankrijk, België, Roemenië, Cuba en Curaçao opzettelijk de wet overtraden?

Vraag 6

Heeft u vermoedens om te bevestigen dat die overtredingen niet alleen bij kantoren in het buitenland plaatsvonden, maar dat ook bij de afdeling ING Wholesale op het Amsterdamse hoofdkantoor medewerkers jarenlang bezig waren met het vervalsen van stukken en het verhullen van de identiteiten van klanten?

Vraag 7

Wat is uw reactie op het artikel in het Advocatenblad inclusief de beweringen over de betrokkenheid van voormalig advocaat Grapperhaus bij de witwaspraktijken van ING in 2012?2

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de kleden Alkaya en Van Nispen (SP) van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over eerdere witwaspraktijken van ING (ingezonden 17 september 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

«Onderdeel van de schikking met de Amerikaanse overheid was dat ING maatregelen zou treffen waarmee het risico in de toekomst voor herhaling van «overeenkomstig gedrag» («similar conduct») zou worden geminimaliseerd. Één van de handtekeningen onder de overeenkomst is die van Koos Timmermans. Ruim zes jaar later komt het Openbaar Ministerie tot de conclusie dat het gedrag van ING niet is verbeterd. Juist de controlemechanismen binnen de bank om integriteitskwesties als witwassen te voorkomen, zijn veronachtzaamd.» https://www.ftm.nl/artikelen/koos-timmermans

Naar boven