Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Week zonder vlees (ingezonden 20 februari 2019).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 13 maart 2019).

Vraag 1

Heeft u gezien dat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vorig jaar via Twitter heeft opgeroepen om mee te doen aan de eerste Week zonder vlees?1

Vraag 2

Bent u bereid het publiek dit jaar ook te vragen om mee te doen aan de Week zonder Vlees die op 11 maart 2019 begint? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 3

Heeft u al overleg gevoerd met de Minister van Buitenlandse Zaken en de secretaris-generaal2 over de invoering van het concept «Carnivoor? Geef het door?»3, waarbij alle diners in principe geschikt worden gemaakt voor iedereen -carnivoren, herbivoren en omnivoren- en de maaltijd alleen op verzoek wordt uitgebreid met vlees of vis, waardoor zowel de keuzevrijheid van alle deelnemers aan diners op uw ministerie wordt vergroot als een flinke klimaatwinst wordt geboekt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kent u het bericht «Why eating less meat is the best thing you can do for the planet in 2019»?4 Erkent u dat vermindering van vleesconsumptie grote positieve impact kan hebben op klimaat, natuur, dierenwelzijn, biodiversiteit en voedselzekerheid en daarmee op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s)? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Kent u het bericht «Tweede week zonder vlees grootser van opzet»?5

Vraag 6

Speelt uw ministerie een rol in het initiatief dat inmiddels door 69 partners gesteund wordt?

Vraag 7

Kent u het onderzoek van CE Delft waaruit blijkt dat de jaarlijkse schade door externaliteiten ten gevolge van de vleesproductie en -consumptie 4,5 miljard euro bedragen?6 Deelt u de mening dat deze externaliteiten in de prijs van vleesproducten tot uitdrukking zouden moeten komen en het ontmoedigen van de consumptie van vlees rechtvaardigt? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Zijn er op uw ministerie in het afgelopen jaar initiatieven ontplooid om de consumptie van dierlijke eiwitten te verminderen? Zo ja, welke initiatieven waren dat en tot welk resultaat hebben ze geleid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kent u het voedingsadvies van de Canadese overheid om de eiwitcomponent van maaltijden voor 88% uit plantaardige bronnen te laten bestaan?7 Inspireert deze opvatting om de Week zonder Vlees op uw ministerie te promoten onder uw medewerkers? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Deelt u de mening dat ook in het beleid op het gebied van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking de terugdringing van de consumptie van dierlijke eiwitten een speerpunt zou moeten zijn, gelet op de grote klimaat- biodiversiteits- en voedselzekerheidsopgaves waarvoor wij ons gesteld zien? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Wilt u deze vragen voor 11 maart 2019 beantwoorden?

Antwoord

De schriftelijke vragen van het lid Ouwehand (PvdD), vraagnummer 2019Z03355, inzake een week zonder vlees, zijn beantwoord middels Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1896.

Naar boven