Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat jongeren via moskee-organisatie Milli Görüs in Nederland op «trainingskamp» gaan naar een omstreden Turkse imam die de gewapende jihad steunt (ingezonden 21 augustus 2018).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens Minister Grapperhaus (ontvangen 8 oktober 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Milli Görüs nam jongeren mee op «kamp» naar radicale imam»?1 Wat is uw reactie daarop?

Antwoord 1

Ja, ik ken het bericht. Het is in alle gevallen onwenselijk als Nederlandse jongeren geënthousiasmeerd worden voor denkbeelden die haaks staan op de uitgangspunten van de rechtsstaat, de Nederlandse wetgeving en de waarden die in Nederland worden gekoesterd.

Vraag 2, 3, 4 en 9

Is het waar dat sinds 2013 Turks-Nederlandse jongeren meegenomen zijn naar Turkije om hen te laten onderwijzen door de radicale imam Nureddin Yildiz, die de gewapende jihad in Syrië steunt en geweld tegen vrouwen legitimeert? Was u hiervan al op de hoogte? Zo ja, sinds wanneer was u hiervan op de hoogte?

Bent u bereid te onderzoeken of dit soort onderwijsreizen ook al voor 2013 plaatsvonden en zo ja, sinds wanneer? Zo nee, waarom niet?

Is u bekend of deze reizen nog steeds door Milli Görüs of andere Turkse organisaties worden georganiseerd? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken?

Bent u bereid te onderzoeken welke maatregelen denkbaar zijn om dit soort «trainingskampen» te voorkomen? Zo ja, wanneer kunt u een voorstel met maatregelen naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4 en 9

Het staat maatschappelijke en religieuze organisaties vrij om buitenlandse reizen te organiseren. Derhalve zal ik niet komen met een voorstel met maatregelen om buitenlandse reizen te voorkomen. Uiteraard beoordeelt het Openbaar Ministerie, indien dit aan de orde is, of er sprake is van (mogelijk) strafbaar handelen.

In reactie op het NRC-artikel heeft Milli Görüs aangegeven dat in 2014, 2015 en 2016 reizen zijn georganiseerd voor jongeren naar Turkije.2

Het kabinet vindt het onwenselijk als jongeren doelbewust geënthousiasmeerd worden voor denkbeelden die haaks staan op de uitgangspunten van de rechtsstaat, de Nederlandse wetgeving en de waarden die in Nederland worden gekoesterd. Het is belangrijk dat organisaties maatregelen treffen om te voorkomen dat jongeren onder invloed komen van predikers met dergelijke radicale boodschappen. Dit is een terugkerend onderwerp bij de gesprekken die het Ministerie van SZW voert met organisaties.

Vraag 5

Is u bekend op welke wijze deze reizen worden gefinancierd? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken en de resultaten aan de Kamer te laten weten?

Antwoord 5

Het conceptwetsvoorstel dat als doel heeft om meer inzicht te bieden in de financiering van maatschappelijke en religieuze organisaties ziet op alle stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen in Nederland. Ook een stichting als Milli Görüs valt hieronder. Over de verkenning naar het verbieden van financiering uit onvrije landen wordt uw Kamer dit najaar geïnformeerd. Op dit moment is niet bekend op welke wijze deze reizen zijn gefinancierd.

Vraag 6 en 7

Deelt u de mening dat dit soort onderwijs de integratie van Turkse jongeren in Nederland in de weg staat? Zo nee, waarom niet?

Is u bekend hoeveel jongeren dit onderwijs hebben gevolgd en welke gevolgen dat heeft voor hun wereldbeeld en kijk op onze maatschappij? Vormen deze jongeren een gevaar voor de veiligheid in Nederland?

Antwoord 6 en 7

Zoals ik onder antwoord 1 reeds aangaf, is het in alle gevallen onwenselijk als Nederlandse jongeren, ongeacht hun afkomst, doelbewust geënthousiasmeerd worden voor denkbeelden die haaks staan op de uitgangspunten van de rechtsstaat, de Nederlandse wetgeving en de waarden die in Nederland worden gekoesterd. Dit zet het vreedzaam samenleven in onze democratische rechtsstaat onder druk. Overigens zijn diensten alert op personen die mogelijk een gevaar vormen voor de nationale veiligheid en kan worden opgetreden wanneer er sprake is van strafbaar handelen.

Vraag 8

Deelt u de mening dat gemeenten meer middelen moeten krijgen om in te grijpen? Zo ja, welke mogelijkheden zouden gemeenten moeten krijgen om dit soort reizen te voorkomen?

Antwoord 8

Het staat maatschappelijke en religieuze organisaties vrij om buitenlandse reizen te organiseren. Dit wordt dan ook niet structureel gemonitord door de overheid. Ik acht het ook niet nodig om gemeenten meer middelen te geven om in te grijpen. Tegelijkertijd is de overheid alert op signalen waaruit blijkt dat personen mogelijk een gevaar vormen voor de nationale veiligheid, en treedt op wanneer daar aanleiding voor is.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Becker en Arno Rutte (beiden VVD), ingezonden 20 augustus 2018 (vraagnummer 2018Z14741).


X Noot
2

Persbericht Milli Görüs, 20 augustus 2018, Amsterdam. «Deze activiteiten zijn georganiseerd in de jaren 2014, 2015 en 2016 en is ook in diezelfde jaren gepromoot via diverse social mediakanalen.»

Naar boven