Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Gat in wet GGZ zorg Grensgangers» (ingezonden 24 januari 2019).

Mededeling van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 februari 2019).

Vraag 1

Wat is uw reactie op onderhands meegestuurde casus?1

Vraag 2

Hoeveel grensgangers maakten voor de decentralisatie gebruik van jeugd-ggz in Nederland?

Vraag 3

Klopt het dat sinds de decentralisatie het niet meer mogelijk is voor kinderen van grensgangers om jeugd-ggz in Nederland te ontvangen?

Vraag 4

Bent u het eens met het feit dat het voor kinderen van grensgangers die het Duits niet goed machtig zijn, mede omdat zij ook hun onderwijs in Nederland en dus in het Nederlands ontvangen, geen goed werkend alternatief is om ggz-zorg in Duitsland en dus in het Duits te ontvangen?

Vraag 5

Bent u het er tevens mee eens dat het voor kinderen van grensgangers die ggz-zorg nodig hebben ondoenlijk is om eerst de taal goed te leren om vervolgens pas de juiste zorg te kunnen ontvangen?

Vraag 6

Welke oplossing biedt u voor de kinderen van grensgangers die jeugd-ggz in het Nederlands nodig hebben (wat in Duitsland niet beschikbaar is)?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Hijink (SP) over het bericht «Gat in wet GGZ zorg Grensgangers» (2019Z01168) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat er nog nadere afstemming moet plaatsvinden.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Onderhands meegestuurde casuïstiek

Naar boven