Vragen van de leden Kerstens en Ploumen (PvdA) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Ziekenhuis Bronovo dicht door tekort aan personeel» (ingezonden 28 januari 2019).

Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 13 februari 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ziekenhuis Bronovo dicht door tekort aan personeel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat een tekort aan personeel een van de oorzaken is van sluiting van het Bronovo Ziekenhuis?

Antwoord 2

Het personeelstekort is inderdaad één van de oorzaken, maar moet bezien worden in een breder verband. Het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) heeft ervoor gekozen om patiëntenzorg te concentreren op twee locaties in plaats van drie. U bent bij brief van 28 januari geïnformeerd over de publicatie van de koers van HMC (Kamerstukken TK 2018–2019, 31 016, nr. 190). HMC geeft als reden voor de transformatie aan, dat de veranderende zorgvraag door de vergrijzing, de verandering van zorg als gevolg van technologische innovaties, een toename aan chronische zorg, een tekort aan gespecialiseerd zorgpersoneel en de 0%-volumegroei voor ziekenhuizen vanaf 2022, de druk op de ziekenhuiszorg vergroten. Daartegenover staat, aldus het HMC, dat de snelle vooruitgang op het gebied van preventie, medische zorg, innovaties in geneesmiddelen- en medische technologie ook kansen biedt. Ook kan steeds meer zorg thuis worden verleend door nieuwe toepassingen van eHealth.

Vraag 3

Kunt u een overzicht verstrekken van ziekenhuizen waar opnames, behandelingen en/of operaties niet kunnen plaatsvinden of moeten worden uitgesteld, waar patiënten daardoor naar andere ziekenhuizen worden verwezen dan wel waar afdelingen (tijdelijk) worden gesloten vanwege een personeelstekort als ook van de omvang van een en ander? Ziet u de problemen op dit vlak toenemen?

Antwoord 3

Er is geen overzicht van ziekenhuizen die zorg moeten uitstellen of verplaatsen vanwege een tekort aan personeel. Voor de sector als geheel geldt de behoefte aan meer gespecialiseerd verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel. In het Capaciteitsplan 2018–2021 voor de FZO-beroepen & Ambulanceverpleegkundigen van het Capaciteitsorgaan wordt dit beeld bevestigd (Kamerstukken TK 2018–2019, 29 282, nr. 344). Hieruit blijkt onder andere dat ziekenhuizen weliswaar meer opleiden, maar dat dit nog niet voldoende is om aan de zorgvraag te voldoen. Landelijk gezien zijn er voldoende medisch specialisten beschikbaar, maar zijn er signalen over regionale tekorten. Dit voorjaar stuur ik u de uitkomsten van een onderzoek naar de mate waarin deze tekorten voorkomen en wat hiervan de oorzaken zijn.

Vraag 4

Kunt u een overzicht verstrekken van de meest recente stand van het aantal vacatures in ziekenhuizen? Kunt u daarbij vermelden of het aantal vacatures het afgelopen jaar is af- dan wel toegenomen?

Antwoord 4

Volgens het CBS waren er in het derde kwartaal van 2018 7.500 openstaande vacatures in ziekenhuizen. In het derde kwartaal van 2017 waren dit er 7.400.

Vraag 5

Kunt u een overzicht verstrekken van het aantal zorgmedewerkers dat als zelfstandige zonder personeel (zzp-er) in Nederlandse ziekenhuizen werkzaam is als ook van de aantallen waarmee het aantal zzp-ers in ziekenhuizen het afgelopen jaar is toe- dan wel afgenomen?

Antwoord 5

De meest recente cijfers zijn van het CBS. In 2017 werkten er afgerond 9 duizend mensen als zelfstandige (met of zonder personeel) in een ziekenhuis of UMC. In 2016 waren dit er 10 duizend.

Vraag 6

Deelt u de mening dat (vanwege de belangrijke functie die ziekenhuizen vervullen) sluiting van een ziekenhuis vanwege een tekort aan personeel voorkomen moet worden?

Antwoord 6

Aan de sluiting van een ziekenhuis, locatie of afdeling liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Deze zijn afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het ziekenhuis. In algemene zin staat voor mij de continuïteit van kwalitatief goede zorg voor de patiënt voorop. Voldoende gekwalificeerd personeel is daarvoor een van de randvoorwaarden.

Vraag 7

Welke maatregelen zijn en worden getroffen teneinde bedoelde personeelstekorten terug te dringen? Zijn deze naar uw mening afdoende en zo nee, welke aanvullende maatregelen wilt u treffen? Bent u daarbij bereid bijvoorbeeld meer geld vrij te maken, zodat zowel in deze als in andere zorgsectoren serieuze (extra) loonsverhogingen kunnen worden overeengekomen om werken in de zorg aantrekkelijker te maken?

Antwoord 7

Het ministerie zorgt voor goede randvoorwaarden. De jaarlijkse groei van de middelen voor zorg voorziet ook in de groei van arbeidsvoorwaarden. Voor 2019 is dit een bedrag van circa € 1,7 miljard. De uiteindelijke groei van het salaris is onderdeel van cao-afspraken tussen werkgevers en vakbonden. Specifiek voor de medisch specialistische zorg is er een kostendekkende financiering vanuit het ministerie voor de opleiding van medisch specialisten, gespecialiseerd verpleegkundigen en medisch ondersteunende beroepen (jaarlijks circa € 1.3 miljard). Voor de bijscholing van ziekenhuismedewerkers heb ik het afgelopen jaar via het Hoofdlijnenakkoord medische specialistische zorg afgesproken om de

jaarlijkse circa € 200 miljoen voor op-, bij- en nascholing ook van 2019–2022 beschikbaar te stellen via de Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg. Voor de gehele sector zorg en welzijn heb ik het afgelopen jaar met de Minister en Staatssecretaris van VWS het actieprogramma Werken in de Zorg gelanceerd. Uit de eerste monitoring blijkt dat er veel urgentie is om het probleem op te lossen. In alle regio’s werken werkgevers samen met andere partijen aan de uitvoering van regionale actieplannen. Er wordt vooral meer gedaan om nieuwe mensen aan te trekken voor de sector. Er moet nog veel meer gedaan worden om personeel te behouden. Goed werkgeverschap staat hierin centraal. Daarbij gaat het ook om meer aandacht voor bijvoorbeeld administratieve lasten en werkklimaat, een slimmere inzet van personeel via roosteren of meer en beter gebruik van beschikbare innovaties die het werk kunnen verlichten. Dit zijn vragen die door en binnen organisaties zelf aangepakt moeten worden. En hiervan zijn goede voorbeelden, zoals het Spaarnegasthuis. We zien echter dat zorgorganisaties veel meer van elkaar kunnen leren. Dat gaan we stimuleren met het actie-leer-netwerk. Als ministerie blijven we de voortgang actief volgen via de Commissie Werken in de Zorg.

Naar boven