Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het graaigedrag rondom een Nederlandse topambtenaar op Curaçao (ingezonden 21 november 2018).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 11 februari 2019).

Vraag 1

Waarom is er voor gekozen een topambtenaar een buitenlandvergoeding toe te kennen terwijl zijn woonplaats in Nederland was?1

Vraag 2

Waarom vindt u het goed dat de ambtenaar voor achttien dagen werk in negen maanden een vergoeding van 2.319 euro per verbleven dag ontving?

Vraag 3

Vindt u het achteraf terecht dat is afgeweken van de richtlijnen van het ministerie? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?

Vraag 4

Kunt u toezeggen dat het teveel ontvangen bedrag wordt teruggevorderd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de zorg dat dit soort graaigedrag de geloofwaardigheid van Nederland op de eilanden aantast? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De schriftelijke vragen van het lid Van Raak(SP), vraagnummer 2018Z21681, zijn beantwoord middels brief «Het graaigedrag rondom een Nederlandse topambtenaar op Curaçao» (Kamerstuk 35 000 VII en 35 000 IV, nr. 89).

Naar boven