Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over de bruikbaarheid van de cijfers van het World Justice Project bij het vergelijken van rechtsstelsels (ingezonden 13 december 2018).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 januari 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1171.

Vraag 1 en 2

Is de Rule of Law-index voor u één van de belangrijkste indicatoren om uw bewering te onderbouwen dat Nederland een vitale rechtsstaat heeft die op hoog niveau functioneert en vergeleken met andere landen hoog scoort? Zo nee, welke dan wel?1

Welke bronnen heeft u nog meer om uw bewering te onderbouwen dat Nederland in vergelijking met andere landen een vitale rechtsstaat heeft die op hoog niveau functioneert?

Antwoord 1 en 2

De Rule of Law index is één van de indicatoren die er op wijst dat de Nederlandse rechtsstaat, ook in vergelijking met andere rechtsstelsels, over het algemeen goed scoort. In de brief van 16 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 29 279, nr. 470), hebben wij in dit verband ook verwezen naar het Europees Justitieel Scorebord en het Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het SCP. Ook het tweejaarlijkse rapport van de European Commission for the Efficiency of Justice is een belangrijke indicator met betrekking tot het Nederlandse rechtsstelsel.

Vraag 3 t/m 9

Klopt het dat de ranglijst van het World Justice Project (WJP), de zogenoemde WJP Rule of Law Index, gebaseerd wordt op enquêteonderzoek?

Is te achterhalen wie het (enquête)onderzoek in Nederland feitelijk uitvoert? Zo nee, waarom niet?

Welke onderzoeksvragen zijn er en welke methodologie ligt hieraan ten grondslag?

Weet u hoe vaak het onderzoek van het WJP wordt uitgevoerd in Nederland en wanneer dit onderzoek voor het laatst heeft plaatsgevonden, met andere woorden: van wanneer dateren de meest recente data vanuit Nederland?

Is het toeval dat Nederland in 2015, 2016 en 2018 op dezelfde plaats terecht is gekomen in de Rule of Law-index? Welk nieuw onderzoek ligt hieraan steeds ten grondslag?

Vindt u dat het onderzoek van het WJP voldoende representatief is voor de gehele Nederlandse rechtsstaat? Klopt het dat het WJP-onderzoek zich slechts focust op de drie grootste Nederlandse steden en dat op basis van de enquêtes die door mensen, woonachtig in de drie grootste steden in Nederland, worden ingevuld een beeld wordt geschetst voor geheel Nederland?

Hoe is het onderzoek van het WJP in andere landen georganiseerd? Vindt het onderzoek in andere landen op precies dezelfde wijze plaats als in Nederland?

Antwoord 3 t/m 9

Het World Justice Project wil met de Rule of Law Index door middel van datavergelijking meer inzicht geven in hoeverre staten centrale principes van de Rule of Law naleven. Door enquête-onderzoek, onder zowel nationale experts als inwoners, en nadere informatie van nationale experts wordt de Rule of Law Index opgesteld. In Nederland voert, namens het World Justice Project, het internationaal opererende opinieonderzoek- en dataverwerkingsbedrijf YouGov de onderzoekstaken met betrekking tot de representatieve groep inwoners uit. Het World Justice Project voert zelf de enquêtes uit onder de groep van nationale experts.

Dezelfde onderzoeksvragen voor alle onderzochte landen zijn vervat in meerdere questionnaires en ongeveer duizend respondenten worden periodiek geënquêteerd in, indien mogelijk gelet op de grootte van het land, drie grote steden per land. In Nederland werden, voor het laatst in 2016, ruim duizend respondenten online geënquêteerd in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.2 Dit onderzoek wordt tweejaarlijks gedaan. Grote verschuivingen binnen de index zullen zich primair voordoen indien er sprake is van significante veranderingen op het gebied van de Rule of Law in het betreffende land. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat een land in opeenvolgende jaren op dezelfde plaats staat. Het World Justice Project is bezig met een transitie van onderzoek in enkel drie grote steden naar een nationaal onderzoek. Voor de aankomende Rule of Law Index 2018–2019 zal data worden gebruikt uit 2018.

In een vergelijkend onderzoek van internationale indexen met betrekking tot de Rule of Law, onder auspiciën van het Max Planck Instituut, wordt gesteld dat het World Justice Project bij het samenstellen van de Rule of Law Index een uitgebreide methodologie hanteert met daarbij een focus op de verschillende onderdelen van de Rule of Law.3

Vraag 10 en 11

Door wie wordt het WJP-onderzoek gefinancierd?

Zijn er ook financiële bijdragen vanuit Nederland voor het WJP-onderzoek? Zo ja, wie financiert dit en om welke bedragen gaat het?

Antwoord 10 en 11

Het World Justice Project wordt gefinancierd door onder andere stichtingen, overheden, bedrijven, individuen en nationale Ordes van Advocaten. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid levert geen financiële bijdrage aan het onderzoek tot de totstandkoming van de Rule of Law Index.

Vraag 12

Hoe betrouwbaar en objectief zijn volgens u de onderzoeksresultaten? Biedt dit voldoende rechtvaardiging om stellige conclusies te trekken en objectieve vergelijkingen te maken tussen rechtsstelsels van verschillende landen?

Antwoord 12

Het World Justice Project is zoals gezegd één van de indicatoren met betrekking tot de staat van het Nederlandse rechtsstelsel. Wij hebben geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid en objectiviteit van het onderzoek. In samenhang met andere onderzoeken (zie o.a. antwoord op vraag 2) is het naar onze mening gerechtvaardigd uitspraken over het Nederlandse rechtsstelsel hierop te baseren. Elk rapport heeft zijn eigen systematiek en kent een eigen specifieke invalshoek. Maar allen wijzen met betrekking tot de staat van het Nederlands rechtsstelsel in dezelfde richting.


X Noot
1

Kamerstuk 29 279, nr. 470, d.d. 16 november 2018.

X Noot
2

World Justice Project Rule of Law Index 2017 – 2018, p. 162 en verder

X Noot
3

Jakab, A., en Lőrincz, V., «International Indices as Models for the Rule of Law Scoreboard of the European Union: Methodological Issues» in: MPIL Research Paper Series, No. 2017 – 21, Max Planck Institute for Comparative Public Law and International Law

Naar boven