Vragen van het lid AgnesMulder (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het onzekere Nederlands vestigingsklimaat voor bedrijven door klimaatmaatregelen (ingezonden 14 januari 2019).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 29 januari 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht in het AD van 10 januari 2019 «Daar gaan de miljarden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Kunt u toelichten waarom het Britse bedrijf Ineos in een nieuwe fabriek in Antwerpen investeert en niet in Rotterdam? Wat zijn de redenen geweest van Ineos naar Antwerpen te gaan in plaats van Rotterdam?

Klopt het dat de ambitieuze klimaatdoelstellingen van Nederland met betrekking tot CO2-reductie de voornaamste reden is dat de fabriek nu in Antwerpen en niet in Nederland wordt gebouwd? Zo nee, wat dan wel?

Antwoord 2, 3

In haar persbericht heeft INEOS zelf aangegeven dat de aansluiting van de nieuwe fabriek met zowel haar vestigingen in Antwerpen als met Zuid-Duitsland via een pijpleidingennet de belangrijkste factor was om voor Antwerpen te kiezen. Verder was de bestaande aanwezigheid sinds 1995 in Antwerpen voor INEOS belangrijk.

INEOS heeft tevens aangegeven dat de klimaatdoelstellingen van Nederland geen factor waren in haar keuze.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de uitspraak in het artikel dat wij naar potentiële investeerders uitstralen dat we nog een «kop» op de Europese milieumaatregelen gaan zetten?

Antwoord 4

De inzet van het kabinet is gericht op een sterke industrie die CO2-neutraal produceert en internationaal kan concurreren. Behoud van het level playing field voor bedrijven is een belangrijk uitgangspunt van het kabinet. De productie, inclusief de uitstoot en de banen, de grens over jagen is geen oplossing voor het wereldwijde klimaatvraagstuk. Het kabinet zet erop in dat we in Nederland eerder aan de transitie beginnen waardoor we een voorsprong opbouwen ten opzichte van andere landen. De industrie in Nederland heeft op die manier meer tijd om nieuwe ideeën en technologieën te ontwikkelen die wereldwijd geëxporteerd kunnen worden. De industrie in Nederland kan daardoor juist een koploperspositie verwerven in de wereldwijde transitie.

Vraag 5

Wat betekent het voor onze economie dat het bedrijf zich niet in Rotterdam vestigt en wat betekent het voor onze werkgelegenheid?

Antwoord 5

Met deze investering had het Rotterdams industriecluster versterkt kunnen worden. De investering voorziet in een wereldwijd groeiende vraag naar belangrijke grondstoffen voor de chemie. Op basis van soortgelijke investeringen in het verleden is de verwachting dat deze nieuwe fabriek ook andere investeringen had kunnen aantrekken, met name van bedrijven die zich hogerop in de waardeketen bevinden.

INEOS heeft niet bekend gemaakt hoeveel banen met de nieuwe fabriek gemoeid zijn. In de berichtgeving van verschillende media werd de inschatting gemaakt dat het bij een keuze voor Rotterdam om circa 400 banen zou gaan.

Vraag 6

Waarom zijn België en Duitsland aantrekkelijker dan Nederland op dit moment voor bedrijven om zich te vestigen?

Antwoord 6

Dit beeld herken ik niet. Voor verdere beantwoording verwijs ik naar de antwoorden op de vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Veldman met kenmerk 2019Z00317.

Vraag 7

Wat betekent de vestiging van het bedrijf in Antwerpen in plaats van in Rotterdam voor de totale CO2-uitstoot?

Antwoord 7

INEOS heeft aangegeven bij deze investering te werken met de nieuwste technologie. Op basis van destijds beschikbare informatie is de inschatting geweest dat de uitstoot van een nieuwe fabriek in Rotterdam gepaard zou gaan met circa 0,8 Mton CO2-uitstoot per jaar2. Mij is onbekend hoeveel de CO2-uitstoot zal gaan bedragen nu de nieuwe fabriek in Antwerpen wordt gebouwd.

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de uitspraak in het artikel dat door allerlei initiatieven chemische bedrijven op de Maasvlakte veel minder CO2 uitstoten dan bedrijven elders?

Antwoord 8

De Rotterdamse haven biedt uitstekende kansen aan de chemische en andere energie intensieve industrie om CO2-neutraal te gaan produceren. De grote concentratie van CO2-emissies in de haven biedt kansen om technieken voor forse CO2-reductie kosteneffectief en grootschalig toe te passen. Daarnaast ligt de haven aan een ondiepe, maar een van de meest winderige zeeën ter wereld. Dit biedt een uitstekende kans voor offshore wind en duurzame energie voor de industrie en mogelijkheden voor CC(U)S. De Rotterdamse haven heeft met haar ligging en infrastructuur een uitstekende uitgangspositie om zich verder te ontwikkelen tot een biobased en circulaire hub.


X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 743

Naar boven