Vragen van de leden Slootweg en Von Martels (beiden CDA) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Infrastructuur en waterstaat over zorgvervoer
en privacyregels (ingezonden 29 november 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 januari
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 980.
Vraag 1
Klopt het dat steeds meer aanvragen voor zorgvervoer via het internet verlopen?
Antwoord 1
Zorgvervoer is een breed begrip. Zonder nadere informatie over de aanleiding van uw
vraag cq. zonder nadere duiding, is het voor mij niet mogelijk deze vraag precies
te beantwoorden. In algemene zin neemt communicatie via internet toe: dat zal ook
betrekking hebben op kwesties die zorgvervoer betreffen.
Vraag 2, 8
Klopt het dat er ter bescherming van de aanvragers er strikte privacy-regels gelden
en zo ja welke?
Klopt het dat de nieuwe AVG-regels tot nog striktere eisen bij de behandeling van
een aanvraag voor zorgvervoer? Zo ja, welke?
Antwoord 2, 8
In algemene zin geldt dat voor het verwerken van persoonsgegevens, dus ook voor het
aanvragen van zorgvervoer, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG)
van toepassing is. Dit is Europese wetgeving met rechtstreekse werking en op een aantal
punten ruimte om op nationaal niveau aanpassingen bij wet vast te leggen. Die aanpassingen
zijn in Nederland gedaan via de Uitvoeringswet AVG. Daarnaast kende Nederland op een
aantal punten al aanvullende wetgeving, bijvoorbeeld voor het gebruik van het BSN,
ingevolge de Wet algemene bepalingen gebruik burgerservicenummer en de Wet gebruik
burgerservicenummer in de zorg; deze regelgeving blijft onverminderd van kracht.
Vraag 3, 4, 5, 9
Bent u ervan op de hoogte dat deze privacy-regels impliceren dat een aanvrager, die
zorgvervoer digitaal aanvraagt, dat alleen kan doen via digitale middelen (bv. websites
en apps waar een verhoogde inlogbeveiliging, zoals een zgn. two-factor-authentication)
voor geldt?
Bent u ervan op de hoogte dat het niet hebben van een verhoogde inlogbeveiliging,
impliceert dat een aanvrager die afhankelijk is van een hulpmiddel, bijvoorbeeld een
rolstoel, bij een bevestiging van de aanvraag niet kan zien dat voor het hulpmiddel
ook ruimte is gereserveerd in het aangevraagde vervoermiddel, bijvoorbeeld een taxi
of bus?
Kan de Minister zich indenken dat het niet vermelden, dat bij de bevestiging van de
aanvraag er ruimte is gereserveerd voor het hulpmiddel, bij aanvragers met een beperking
tot onrust en verwarring kan leiden?
Zou het uit oogpunt van ondersteuning van de cliënt niet mogelijk moeten zijn, dat
de aanvrager van zorgvervoer geen extra handelingen hoeft te doen bij het digitaal
bestellen van ritten en toch ook direct kan zien dat er ook ruimte is gereserveerd
in het voertuig waar hij of zij van afhankelijk is?
Antwoord 3, 4, 5, 9
Het is mij – in algemene zin – niet bekend dat er een directe relatie is tussen het
inloggen via een verhoogde inlogbeveiliging op een website of portaal en de uiteindelijke
bevestiging die een burger ontvangt bij het aanvragen van zorgvervoer. De verhoogde
inlogbeveiliging stelt alleen eisen aan de manier waarop wordt ingelogd door een burger
op een website of portaal, bijvoorbeeld via two-factor-authenticatie. Het inloggen
via een verhoogde inlogbeveiliging staat dus los van de aanvraagbevestiging die een
zorgvervoerder aan de aanvrager van zorgvervoer stuurt.
De zorgvervoerder heeft dus de verantwoordelijkheid om de aanvrager van zorgvervoer
op de juiste manier te informeren, bijvoorbeeld door het sturen van een volledige
bevestiging van de aangevraagde diensten.
Vraag 6, 7
Deelt u de opvatting, dat het verhogen van de inlogbeveiliging een grotere drempel
opwerpt voor de aanvrager om zorgvervoer digitaal te boeken?
Bent u het ermee eens dat aanvragers van zorgvervoer geen hogere drempel bij het digitaal
boeken moeten ervaren, dan gebruikers van regulier vervoer?
Antwoord 6, 7
Het is mij niet bekend dat aanvragers van zorgvervoer bij het digitaal boeken een
hogere drempel dan gebruikers van regulier vervoer ervaren.
Vraag 10
Ziet u mogelijkheden om de regels zo te formuleren, te interpreteren of aan te passen,
dat aanbieders van zorgvervoer inlogmogelijkheden op hun digitale reserveringsystemen
kunnen aanbieden, die overeenkomen met die die van reguliere reizigers, waarbij zij
tevens in de gelegenheid zijn ritbevestiging te kunnen tonen waarop vermeld wordt
dat er ook ruimte is gereserveerd voor het hulpmiddel? Vraagt dit aanpassing van de
wet?
Antwoord 10
Zie mijn antwoord op vraag 4.