Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het
bericht «Politie registreert bewust de afkomst van agenten» en het interview met de
nieuwe portefeuillehouder diversiteit (ingezonden 12 december 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 januari 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1199.
Vraag 1
Kent u het bericht «Politie registreert bewust de afkomst van agenten» en het interview
met de nieuwe portefeuillehouder diversiteit?1
Vraag 2
Is de nieuwe portefeuillehouder diversiteit juist geciteerd? Zo nee, wat heeft hij
daadwerkelijk gezegd?
Antwoord 2
Ja. Het artikel is een goede weergave van het gesprek met de nieuwe programmamanager
Kracht van het Verschil.
Vraag 3, 4 en 5
Indien zijn uitspraken juist zijn weergegeven, waar haalt de portefeuillehouder het
onzalige idee vandaan dat «de belastingbetaler met liefde betaalt voor diversiteit»?
Deelt u de mening dat de kern niet moet zijn dat het politiekorps een afspiegeling
is van de maatschappij, maar dat het gaat om het gezag dat de politie moet hebben?
Zo nee, waarom niet?
En zo nee, op welke wijze helpt een afgedwongen percentage diversiteit bij het hebben
van gezag?
Antwoord 3, 4 en 5
Een diverse samenstelling van het politiekorps draagt bij aan de legitimiteit en daarmee
het gezag van de politie. Daarbij geldt diversiteit in brede zin: verscheidenheid
op het gebied van sekse, etniciteit, leeftijd, opleiding, geaardheid, et cetera. Ik
ben van mening dat een goede afspiegeling van de Nederlandse samenleving binnen het
korps noodzakelijk is voor een effectieve aanpak van criminaliteit, radicalisering,
discriminatie en overlast. Een divers samengesteld korps is noodzakelijk voor verbinding
met- en draagvlak in onze samenleving.2 Het zorgt ervoor dat specifieke veiligheidsproblemen in de wijk kunnen worden aangepakt
en er contact blijft met verschillende gemeenschappen, daarmee verbetert het politiewerk.
Verder vormen divers samengestelde teams een bron van creativiteit en innovatie, hebben
zij een groter leer- en aanpassingsvermogen en helpen deze soms een tunnelvisie te
voorkomen. Ze dragen bij aan een inclusieve werkcultuur, verkleinen de kans op uitsluiting
en leiden tot behoud van medewerkers uit groepen die (nu nog) zijn ondervertegenwoordigd
bij de politie. De politie hanteert streefcijfers om de focus op diversiteit te houden
bij vacaturehouders en de ondersteunende diensten.3
Vraag 6
Wat valt nu onder het streefcijfer van 25% diversiteit? Gaat het om 25% van de instroom
dat een niet-westerse nationaliteit moet hebben of om 25% van de instroom met een
diverse achtergrond dat uit veel meer bestaat dan etniciteit?
Antwoord 6
In het algemeen gaat het streven naar diversiteit binnen het korps om meer dan alleen
etniciteit. Het streefcijfer van 25% ziet specifiek op de instroom van medewerkers
met een dubbele culturele achtergrond, verkregen door afkomst, levens- of werkervaring.4 Iedere instromende medewerker moet in ieder geval de Nederlandse nationaliteit hebben.
Vraag 7
Waarom spreken de korpschef, de portefeuillehouder diversiteit en zijn woordvoerder
hierover niet eensluidend?
Antwoord 7
Variëteit binnen het korps zorgt ervoor dat de politie beter presteert. De politie
is van en voor iedereen. Een politie waarin iedereen zich kan herkennen en die iedereen
kan vertrouwen. Hier denken de korpschef, de programmamanager en de woordvoerder hetzelfde
over.
Vraag 8
Deelt u de mening dat politieagenten wel tegen een paar, al dan niet flauwe, grappen
moet kunnen zonder dat meteen wordt gesteld dat sprake is van (impliciete) discriminatie?
Zo nee, vindt u dan niet dat de belastingbetaler dadelijk is opgezadeld met een korps
dat voor een deel bestaat uit «watjes»?
Antwoord 8
Humor moet kunnen, discriminatie en racisme hebben geen plaats binnen de maatschappij
en zeker niet binnen de politie. Daar treden zowel de korpschef als ik hard tegen
op. Dat heeft niets met watjes te maken, maar met respect voor elkaar.
X Noot
1Volkskrant, 10 december 2018
X Noot
2Kamerstukken II, 2016–2017, aanhangsel 1375.
X Noot
3Kamerstukken II, 2016–2017,aanhangsel 1375.
X Noot
4Kamerstukken II, 2016–2017, aanhangsel 1375.