Vragen van de leden Becker en Tielen (beiden VVD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over anti-integratieve uitspraken rector islamitische universiteit Rotterdam (ingezonden 17 december 2018).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 15 januari 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Rotterdamse rector: aanhangers Gülen mogen doodstraf krijgen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat een rector van een universiteit in Nederland polariserende uitspraken doet die haaks staan op de waarden van de Nederlandse rechtsstaat en de integratie en het samenleven in Nederland niet bevorderen?

Antwoord 2

Ik keur het af als een vertegenwoordiger van een instelling die geaccrediteerde opleidingen verzorgt uitspraken doet die in strijd zijn met de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat.

Vraag 3

Hoe verhouden de uitspraken zich tot de in de Eerste Kamer aangenomen wet die bestuurders van particuliere instellingen opdraagt maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef te tonen? Welke aanknopingspunten biedt de wet om in te grijpen?

Antwoord 3

Ik heb u op 17 december 2018 per brief2 geïnformeerd over het feit dat de Commissie beoordeling uitingen maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef om advies wordt gevraagd. Hiermee volg ik het stappenplan dat bij de behandeling van de Wet bescherming namen en graden met uw Kamer en in de Eerste Kamer is besproken. Met het advies van de commissie zal ik beoordelen of er aanleiding is om bij de IUASR in te grijpen. Het advies van de commissie is daarbij, zoals destijds in de Eerste Kamer is besproken, zwaarwegend.

Vraag 4

Bent u bereid de mogelijkheden uit de wet te benutten richting de betreffende rector, zeker gelet op het feit dat het niet de eerste keer is dat dit type anti-integratieve uitspraken zijn gedaan?

Antwoord 4

Ja, daartoe ben ik bereid. Daarom is de commissie om advies gevraagd.

Vraag 5

Bent u voorts bereid een gesprek aan te gaan met de universiteit over de rol die de universiteit speelt in de vrije Nederlandse samenleving en indien dit niet in vruchtbare aarde landt, een vorm van toezicht te overwegen en zo nodig de accreditatie intrekken?

Antwoord 5

Op dit moment moet de onafhankelijke en deskundige adviescommissie haar werk kunnen doen. Ik wacht het advies van de commissie af.

Naar boven