Vragen van de leden Van Brenk, Van Rooijen en Geleijnse (allen 50PLUS) aan de Ministers van Financiën en van Economische zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over berichten dat de Scandinavische schuldenindustrie zich met woekerrentes richt op de Nederlandse zzp’er (ingezonden 14 december 2018).

Mededeling van Minister Hoekstra (Minister van Financiën) (ontvangen 8 januari 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van berichten dat Scandinavische kredietverstrekkers zonder deugdelijke controle van bedrijfsplannen of -cijfers in toenemende mate woekerleningen verstrekken aan kleine ondernemers, die nergens anders terecht kunnen voor het verkrijgen van (aanvullend) krediet?1

Vraag 2

Is het waar dat deze kredietverleners de markt van zzp’ers die elders géén krediet (meer) kunnen krijgen aan het veroveren zijn, en daarbij rentepercentages hanteren die variëren van 18% tot 200%?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het zonder kritische vraag toekennen van een woekerkrediet van bijvoorbeeld 14.625 euro op een omzet van 20.000 euro onverantwoord is?

Vraag 4

Kunt u uitvoerig uiteenzetten waarom voor kleine ondernemers géén maximum rentepercentage voor leningen geldt, zoals het wettelijke maximum rentepercentage van 14% op jaarbasis, dat van toepassing is voor leningen van consumenten?

Vraag 5

Deelt u de mening dat – waar het gaat om afsluiting van leningen – het niet meer voldoende is vast te blijven houden aan volledige ondernemersvrijheid en zelfregulering van de sector middels een gedragscode, en dat niet blind kan worden geloofd in het vermogen tot «zelfdiscipline» van de kleine ondernemer? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het onrealistisch is per definitie uit te gaan van de financiële zelfredzaamheid van zzp’ers, en kunt u reflecteren op de uitspraak van prof. Arnoud Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering aan de Universiteit van Amsterdam dat het een majeure omissie is dat zzp’ers tussen de mazen van het toezicht vallen?

Vraag 7

Beschouwt u bovenvermelde berichten en de Scandinavische leningpraktijken inmiddels wel als «als signalen over ernstige misstanden of grote problemen vanwege hoge rentes of andere kosten» die aanleiding geven tot het doen van onderzoek, en het nemen van maatregelen?2 Zo ja, welke aanvullende maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom vindt u het nemen van (aanvullende) maatregelen niet nodig?

Vraag 8

Deelt u de mening dat voor kredietverlening aan ondernemers in alle gevallen een grondig standaard onderzoek naar kredietwaardigheid vereist zou moeten zijn?

Vraag 9

Bent u bereid voor kredietverlening aan kleine ondernemers de wenselijkheid en mogelijkheid van invoering van een renteplafond en een zorgplicht te onderzoeken en te overwegen?

Vraag 10

Bent u bereid de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezichthouder te maken voor zzp-krediet, zoals zij dat nu ook al is bij consumentenkrediet?

Vraag 11

Bent u bereid te onderzoeken hoe de rentepercentages voor kredieten aan particulieren (thans maximaal 14%) verder kunnen worden verlaagd?

Mededeling

Op 14 december jl. zijn vragen gesteld door de leden Van Brenk, Van Rooijen en Geleijnse (allen 50PLUS) aan de Ministers van Financiën en van Economische zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2018Z23870). Ik informeer u dat het in verband met de benodigde afstemming niet haalbaar is de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.

Ik streef ernaar de vragen op korte termijn te beantwoorden.

Naar boven