Vragen van het lid Özütok (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Nog steeds post van overledenen naar berichtenbox» (ingezonden 5 september 2018).

Mededeling van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 2 oktober 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nog steeds post van overledenen naar berichtenbox»?1 Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere Kamervragen over dit onderwerp?2

Vraag 2

Kunt u aangeven wat er sinds de antwoorden op de eerdere Kamervragen precies is gebeurd en wat de uitkomsten zijn van de verbeteringen die sinds dien zijn doorgevoerd?

Vraag 3

Herkent u het beeld, zoals door de Nationale ombudsman geschetst, dat burgers die melding maken van (digitale) post voor overledenen onvoldoende worden geholpen? Zo ja, wat gaat u hieraan doen, om er in ieder geval voor te zorgen dat burgers niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid om, zolang er nog geen definitieve oplossing is, de informatievoorziening voor nabestaanden te verbeteren door op de website van DigiD en andere relevante websites duidelijker informatie te verstrekken over hoe nabestaanden om moeten gaan met post voor overledenen en daarbij ook beter dan nu het geval is uit te leggen waarom dit probleem zich kan voordoen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Krijgen nabestaanden die (via een uitvaardonderneming) aangifte van overlijden doen bij de gemeente actief informatie over hoe om te gaan met post die aan de overledene is gericht? Zo nee, bent u bereid om in overleg met gemeenten te kijken of informatievoorziening via deze weg mogelijk is?

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen vóór de behandeling van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken in de Tweede Kamer te beantwoorden?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Özütok (Groen Links) over het bericht «Nog steeds post van overledenen naar berichtenbox», ingezonden op 5 september jl., met kenmerk 2018Z15290, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat er meer tijd nodig is gebleken voor het opstellen en afstemmen van de beantwoording met de ketenpartners in de uitvoering. Ik verwacht u de antwoorden wel spoedig te kunnen doen toekomen.

Naar boven