Vragen van de leden Gijs vanDijk en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Nog altijd kindhuwelijken in Nederland» (ingezonden 7 december 2017).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 23 januari 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Nog altijd kindhuwelijken in Nederland, ondanks wet: Zet sleutelfiguren uit gemeenschappen in»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Welke maatregelen heeft u genomen naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van de Universiteit Maastricht en het Verwey-Jonker Instituut van vorig jaar, waaruit bleek dat er naar schatting jaarlijks 250 kindhuwelijken zijn?

Antwoord 2

Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is uw Kamer per brief op 11 februari 2016 geïnformeerd over de te nemen maatregelen.2 Er wordt gewerkt aan een publicatie over religieuze huwelijken en wettelijke voorwaarden specifiek voor geestelijk bedienaren. Deze publicatie komt tot stand in samenwerking met geestelijk bedienaren van diverse gezindten en juristen. De kennis hieruit zal in de eerste helft van 2018 worden verspreid onder geestelijk bedienaren. De overige maatregelen die in deze brief zijn aangekondigd, zijn inmiddels uitgevoerd:

  • Er is een handreiking opgesteld en verspreid, met informatie voor professionals over religieuze huwelijken en kindhuwelijken;

  • Het onderwerp is opgenomen in de gratis trainingen die beschikbaar zijn voor docenten en betrokken zorgprofessionals binnen het VO, MBO en HBO;

  • Ook zijn via het Kennisplatform Integratie en Samenleving, gemeenten gewezen op de mogelijkheden om de informatie te verspreiden bijvoorbeeld via laagdrempelige vrouwen- en zelforganisaties in de buurt/wijk;

  • Tot slot heeft het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA) de brochure «Wat zegt de wet. Wat kun jij doen als professional» nog breder verspreid om meer hulpverleners op hoofdlijnen inzicht te geven in het juridisch kader bij de aanpak van huwelijksdwang en achterlating.3

Vraag 3, 4, 5, 6

Op welke wijze geeft u gehoor dan de oproep van Girls not Brides Nederland om blijvend aandacht te houden voor dit vraagstuk, vanuit overheid, maar ook in het onderwijs, bij gemeenten en de gezondheidszorg?

Welke mogelijkheden ziet u om de sleutelfiguren uit de betreffende gesloten gemeenschappen genoemd in het onderzoek, zoals de Afghaanse-, Somalische-, Surinaamse-, Syrische- en de Romagemeenschap, te bereiken?

Heeft u of komt u met een voorstel voor een integraal actieplan, dus zowel nationaal als lokaal en via de genoemde kanalen in het onderwijs, bij gemeenten en de gezondheidszorg, om blijvende aandacht te schenken aan kindhuwelijken nu het actieplan over zelfbeschikking eind dit jaar afloopt?

Bent u of gaat u onderzoeken of er voldoende opvang, voorlichting en bijstand beschikbaar is voor meisjes die gevangen zitten in een huwelijk? Zo nee, bent u bereid te kijken of en hoe u deze zou kunnen uitbreiden zolang dit nodig is voor de opvang, steun en begeleiding van meisjes die slachtoffer zijn van een kindhuwelijk?

Antwoord 3, 4, 5, 6

De afgelopen jaren hebben de ministeries van VWS, SZW, BZ, J&V en OCW zich gezamenlijk ingespannen om dit vraagstuk aan te pakken, ondermeer via het Actieplan Zelfbeschikking. Dit heeft geleid tot een versterkte preventie-, hulpverlenings – en sanctioneringsketen. Blijvende aandacht wordt hiermee geborgd. Er zal derhalve geen nieuw actieplan worden gestart. Er zijn de afgelopen jaren de volgende zaken geregeld:

  • Het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA) is opgericht en fungeert als kennis- en expertisecentrum voor professionals, gemeenten en het Ministerie van BZ. Ook biedt het LKHA hulp aan slachtoffers die in het buitenland gedwongen worden tot een huwelijk of zijn achtergelaten. Kennis wordt verspreid via website, brochure en handreiking en informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten, workshops, trainingen en expertmeetings over (preventie van) huwelijksdwang, waaronder kindhuwelijken, en achterlating. Daarnaast kunnen medewerkers van Veilig Thuis, Veiligheidshuizen, Raad voor de Kinderbescherming en hulpverleners in het werkveld bij het LKHA terecht voor informatie, advies en ondersteuning bij de aanpak van huwelijksdwang (waaronder kindhuwelijken) en achterlating. Het LKHA adviseert en helpt bij complexe casussen. Als slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland verblijven ondersteunt het LKHA, in nauwe samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het slachtoffer bij terugkeer naar Nederland. Daarnaast adviseert het LKHA gemeenten en jeugdzorg- en onderwijsinstellingen over beleid, scholing, preventie en voorlichting;

  • Er is een verbod op kindhuwelijken (onder de 18 jaar) ingevoerd;

  • Huwelijksdwang is strafbaar gesteld op grond van artikel 284 Wetboek van Strafrecht; de maximale gevangenisstraf is verhoogd naar twee jaar en de verjaringstermijn is verlengd; daarnaast is voorbereiding tot huwelijksdwang ook strafbaar gesteld;

  • In de meldcode voor hulpverleners is eergerelateerd geweld opgenomen. De trainers van de beroepsgroepen zijn geschoold in deze meldcode, er is een e-learningmodule beschikbaar. Er zijn professionals en zorgverleners op scholen getraind;

  • De vrouwenopvang en de hulpverlening is beschikbaar voor meisjes die gevangen zitten in een huwelijk. Daar waar eergerelateerd geweld dreigt of heeft plaatsgevonden, is er voor deze meisjes gespecialiseerde opvang beschikbaar bij de instellingen Kompaan en de Bocht en Fier Fryslan;

  • Daarnaast heeft het Ministerie van OCW een vijfjarig partnerschap gesloten met een aantal (zelf)organisaties. Binnen dit partnerschap, dat zich richt op het bevorderen van gender- en LHBTI-gelijkheid, neemt de preventie van schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang, achterlating, meisjesbesnijdenis en eergerelateerd geweld een belangrijke plek in. Er wordt binnen het partnerschap nadrukkelijk gewerkt met organisaties voor en door mensen met een migranten- of vluchtelingenachtergrond om verandering van binnen uit te versterken;

  • Ook heeft de Minister van OCW onlangs subsidie verleend aan een project van Femmes for Freedom en Fier. Dit project is gericht op zelfbeschikkingsrecht en de mogelijkheden voor ontwikkeling en ontplooiing van Nederlandse meisjes en vrouwen met een niet-westerse achtergrond. In het project is aandacht voor het tegengaan van schadelijke traditionele praktijken zoals uithuwelijking en huwelijksdwang. Dit gebeurt o.a. door deskundigheidsbevordering van professionals, voorlichting, praktische steun aan meisjes en vrouwen en het oprichten een juridische helpdesk;

  • Het Platform Eer en Vrijheid, waar zelforganisaties en hulpverleners hun netwerk en kennis kunnen opbouwen, zal in 2018 vier keer bij elkaar komen.

Vraag 7

Heeft u er zicht op hoeveel jongens slachtoffer zijn van kindhuwelijken en op welke wijze deze bereikt kunnen worden?

Antwoord 7

In het onderzoek dat u in vraag 2 aanhaalt, «gewoon Getrouwd, Een onderzoek naar kindhuwelijken en religieuze huwelijken in Nederland» zijn ook jongens meegenomen. Er zijn geen harde cijfers uit dit onderzoek gekomen, maar wel wordt geconstateerd dat bij kindhuwelijken vaker het meisje beneden de leeftijd van 18 jaar is dan de jongen. Voor jongens maken we gebruik van dezelfde preventie-, hulpverlenings- en sanctioneringsketen als voor meisjes.

Naar boven