Vragen van de leden Bergkamp en Diertens (beiden D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het onderzoek «Economische» daklozen vallen tussen wal en schip; Zelfredzaam zonder dak» (ingezonden 22 december 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 19 januari 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 874.

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek ««Economische» daklozen vallen tussen wal en schip; Zelfredzaam zonder dak»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de term «zelfredzame» dakloze volgens hen inhoudt?

Antwoord 2

Navraag bij de onderzoeksjournalist leert dat in het onderzoek de zelfredzame dakloze wordt gedefinieerd als dakloze zonder psychiatrische problemen en/of drugsverslavingen.

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel zelfredzame daklozen er in Nederland rondlopen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, dit wordt niet in kaart gebracht. Het is aan gemeenten om aan alle ingezetenen van Nederland opvang te verlenen indien zij dat nodig hebben, ongeacht de specifieke problematiek.

Vraag 4, 5

Hoe verhoudt het onderzoek zich tot de passage uit het regeerakkoord waarin staat dat verschillende vormen van zorg en ondersteuning beter op elkaar aan moeten sluiten?

Hoe reageert u op de opvatting van de onderzoeker van het Instituut voor Publieke Waarden dat veel van de problematiek rondom de zelfredzame dakloze veroorzaakt wordt door starre uitvoering en interne regels?

Antwoord 4, 5

Ik herken het beeld dat wet- en regelgeving vaak geen belemmering vormen voor het bieden van de juiste zorg en ondersteuning, maar dat een deel van de professionals in de uitvoering desondanks onvoldoende ruimte ervaart om een zaak integraal te bekijken en vervolgens te doen wat nodig is.

Het is aan gemeenten om te zorgen dat goed naar de hulpvraag van mensen wordt gekeken en dat vervolgens de juiste hulp wordt geboden. Gemeenten hebben de benodigde instrumenten hiervoor in handen.

Zoals ik in de voortgangsrapportage beschermd wonen en maatschappelijke opvang van 22 december jl.2 en de beleidsreactie op de tussenrapportage van het Schakelteam van 24 november jl.3 heb gemeld, wil ik het komende jaar met partijen aan de hand van concrete casuïstiek vaststellen waardoor (samenwerking tussen financiers en partijen in) de uitvoering wordt bemoeilijkt.

Vraag 6

Welke concrete acties gaat u uitzetten om, gelet op de relevante passages uit het regeerakkoord, de problematiek rondom (zelfredzame) dakloze aan te pakken? Wanneer kan de Kamer geïnformeerd worden over de voortgang van deze acties?

Antwoord 6

In de voortgangsrapportage beschermd wonen en maatschappelijke opvang van 22 december jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken op dit terrein. Op dit moment werk ik samen met betrokken partijen aan een «meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang» waarin we de gezamenlijke opgave voor de komende periode verwoorden. Voor de zomer 2018 zal ik uw Kamer informeren over de invulling van de meerjarenagenda en de wijze waarop ik de beschikbare middelen uit het Regeerakkoord ga inzetten ter ondersteuning van de maatregelen.

Naar boven