Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat raadsleden zich buitenspel voelen gezet (ingezonden 20 december 2017).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 18 januari 2018).

Vraag 1, 2, 3, 4

Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat eenderde van de raadsleden niet weet in welke samenwerkingsverbanden hun gemeente zit?1

Snapt u de gevoelens van raadsleden dat ze zich door de vele samenwerkingsverbanden buitenspel gezet voelen? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat het bestaan van 779 tot 877 samenwerkingsverbanden ervoor zorgt dat er feitelijk een nieuwe bestuurslaag ontstaat, waar directe democratische controle vaak moeilijk blijkt? Zo nee, waarom niet?

Bent u het ermee eens dat het democratisch gat dat hierdoor ontstaat – zoals bijvoorbeeld bij de veiligheidsregio’s – niet simpel is op te lossen met extra scholing, toolboxen of hogere vergoedingen voor raadsleden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3, 4

De uitkomsten van de enquête zijn herkenbaar. Er bestaan veel zorgen over de invloed van raadsleden op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. De enquête van Raadslid.nu bevestigt dit. Niet voor niets is in het Regeerakkoord opgenomen dat de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) wordt aangepast om «de politieke verantwoording over gemeentelijke samenwerking te verbeteren. Besluitvorming in een gemeenschappelijke regeling moet transparant zijn en betrokken gemeenteraden moeten hun controlerende rol beter kunnen uitvoeren en zo nodig kunnen ingrijpen».

Dat betekent overigens niet dat wetswijziging het enige is dat nodig is. Het gaat ook om kennis en toerusting, zoals ook blijkt uit het advies Wisselwerking van de Raad voor het openbaar bestuur waarin vooral anders handelen als oplossing voor een democratisch tekort wordt gezien. Daarom heb ik tijdens de begrotingsbehandeling ook toegezegd in het voorjaar van 2018 te komen met een beleidsbrief over de kaders voor wijziging van de Wgr en in de zomer van 2018 met een actieplan versterking lokale democratie. Bij de brief over de Wgr zal ik ook ingaan op het onderzoek van Raadslid.nu, zoals ik reeds heb toegezegd in reactie op een verzoek van het lid Voortman (GroenLinks) bij de regeling van werkzaamheden van 14 december 20172.

Vraag 5

Wat zijn volgens u nog de voordelen van herindelingen, nu duidelijk is dat die weinig kosten besparen en niet erg doelmatig zijn?3

Antwoord 5

Het artikel waar naar verwezen wordt betreft een onderzoek naar de meerwaarde van samenwerking, niet van herindeling zoals de vraag veronderstelt. Eerder is door het COELO wel onderzoek gedaan naar de (financiële) opbrengst van gemeentelijke herindelingen. Daarop is door mijn ambtsvoorganger reeds een reactie naar de Tweede Kamer gestuurd.4

Naar boven