Vragen van de leden Helder en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Bezoek aan Ertugrul Gazi CamiiMoskee» (ingezonden 4 december 2017).

Antwoord van MinisterGrapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 januari 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 831.

Vraag 1

Kent u het bericht «Bezoek aan Ertugrul Gazi CamiiMoskee»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt de inhoud van dit bericht? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de politie zich aan haar eigen gedragscode moet houden en dus een neutrale uitstraling moet hebben? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen, in ieder geval richting de politie Haaksbergen? Zo nee, waarom niet en waarom wordt er telkens verbinding gezocht met, dan wel gecapituleerd voor, een gewelddadige ideologie waarvan de normen en waarden haaks staan op die van Nederland?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de politie hiermee zelf collega’s discrimineert door zich zo openlijk te onderwerpen aan de Islamitische normen en waarden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 5

Zowel de politie als ik hechten onverminderd aan de neutraliteit van de politieambtenaar in publiekscontact. Ik heb uw Kamer onlangs hierover geïnformeerd.2 Zoals ook aangegeven in het regeerakkoord steunt het kabinet de politieleiding om te komen tot een diversere politieorganisatie.

Zoals mijn ambtsvoorganger uw Kamer heeft gemeld in zijn brief van 6 juli jongstleden, is het van belang dat de politie goed aangesloten is op de maatschappij en weet wat er leeft, om de kerntaken van de politie goed uit te kunnen oefenen. De politie moet in verbinding blijven met alle groepen van de samenleving en een goede informatiepositie behouden om een politie voor iedereen te kunnen zijn. De wijze waarop het beleid lokaal het beste vorm gegeven kan worden en met welke activiteiten dat gepaard gaat, laat ik aan de politie-eenheden zelf.

Vraag 4

Hoe past een dergelijke houding van de politie, in dit geval in Haaksbergen, bij het onlangs aan de korpschef gepresenteerde zwartboek inzake discriminatie?

Antwoord 4

Zoals ik u in mijn brief van 28 november jl. heb laten weten is het signaal dat politiemedewerkers discriminatie en andere vormen van grensoverschrijdende gedrag ervaren binnen de politieorganisatie niet nieuw. Maar elk signaal is echter confronterend en discriminatoir gedrag is uiteraard onacceptabel. Goed politiewerk vraagt om een veilige werkomgeving waar verschillen juist erkend en gewaardeerd worden en waar geen ruimte is voor discriminatie. Zowel het extern als intern gericht beleid van de politie is erop gericht om als politie in verbinding te staan met alle groepen van de samenleving. Zo streeft de politie naar een korps dat divers is opgebouwd en goed met diversiteit kan omgaan. Alleen zo kunnen teams samen sterk staan en in verbinding blijven met elkaar en met de burgers in de maatschappij.

Vraag 6

Waarom is aan agenten wel voorgehouden niet te poseren met Zwarte Piet, omdat «de politie in deze maatschappelijke discussie een neutrale houding moet innemen»?

Antwoord 6

Van een landelijk verbod om met zwartepiet te poseren is geen sprake, wel werden politiemedewerkers als het gaat om de uitvoering van het politievak opgeroepen om zich professioneel en neutraal te gedragen.

Vraag 7

Gaat u er voor zorgen dat de politie zich voortaan bezig houdt met haar wettelijke taken en hierbij een neutrale houding en uitstraling in acht neemt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ik ben ervan overtuigd dat de politie zich dagelijks, uiterst professioneel bezig houdt met al haar wettelijke taken. Het uniform wat zij daarbij dragen helpt om een neutrale houding en uitstraling in acht te nemen.

Mijn standpunt is helder: zo hoort dat ook.

Naar boven