Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Drugstest wassen neus» (ingezonden 7 december 2017).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 januari 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Drugstest wassen neus»?1

Vraag 2

Is het waar dat de politie alleen bloedonderzoek doet bij ernstige verkeersongevallen met ernstig gewonden of doden, en waarbij de bestuurder vermoedelijk onder invloed is van drugs of als een speekseltest uitwijst dat de bestuurder meerdere soorten drugs heeft gebruikt? Zo ja, wat is daarvan de reden?

Vraag 3

Welke criteria worden er gehanteerd bij de beoordeling of een bloedonderzoek dient te worden uitgevoerd na ontvangst bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)? Worden de nog niet uitgevoerde bloedonderzoeken op termijn wel uitgevoerd? Zit daar een verjaringstermijn op?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de wijziging van de Wegenverkeerswet die op 1 juli jl. in werking is getreden, juist was bedoeld om de aanpak van het rijden onder invloed van drugs te verbeteren?

Vraag 5

Welke voorbereidingen hebben de nationale politie, het NFI en het openbaar ministerie na de aanvaarding van het genoemde wetsvoorstel door de Eerste Kamer op 23 september 2014 getroffen om de wet te kunnen handhaven?

Vraag 6

Welke maatregelen neemt u om te bevorderen, dat de aanpak van het rijden onder invloed van drugs verbeterd wordt?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Drugstest wassen neus» (ingezonden 7 december 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven