Vragen van de het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat niet alle rulings worden uitgewisseld. (ingezonden 21 november 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 19 december 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met bericht «Belastingdienst deelt «rulings» maar nauwelijks met Europa, terwijl dat verplicht is»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 7, 11

Klopt het dat er in de afgelopen vijf jaar 10.000 rulings zijn afgesloten met internationale bedrijven?

Klopt het dat het de intentie is slechts 4.000 rulings uit te wisselen? Zo ja, waarom worden de andere 6.000 niet uitgewisseld?

Deelt u de mening dat internationale afspraken dienen te worden nagekomen? Zo ja, hoe gaat daar invulling aan worden gegeven?

Op welke manier gaat u de Kamer informeren over de voortgang met betrekking tot de uitwisseling van rulings?

Hoeveel rulings zijn er al uitgewisseld met onze belangrijkste handelspartners? Kunt u daar een overzicht van geven?

Antwoord 2, 3, 4, 7, 11

Transparantie is een belangrijk wapen in de strijd tegen belastingontwijking. Ik vind het belangrijk dat alle gemaakte afspraken op het gebied van transparantie door alle landen zorgvuldig worden nageleefd. Dat geldt ook voor de uitwisseling van informatie over rulings met een internationaal karakter. Dat is ook de reden dat de Belastingdienst begin dit jaar een aantal maatregelen heeft genomen om de internationale afspraken op het gebied van de uitwisseling van informatie over rulings na te komen. Ik verwijs hiervoor ook naar de brief van 11 januari 2017 en mijn recente brief van 4 december 2017.2 De suggestie die wordt gewekt, namelijk dat de Belastingdienst de intentie heeft om niet alle informatie over rulings uit te wisselen, terwijl dit wel verplicht is, is dan ook niet juist.

In beleidsbesluiten staat welke rulings door het APA/ATR-team moeten worden vastgesteld en afgegeven. Rulings die worden afgegeven door het APA/ATR-team worden centraal geregistreerd. Daarnaast zijn er rulings met een internationaal karakter die niet worden afgegeven door het APA/ATR-team in Rotterdam en niet centraal waren geregistreerd. Omdat in het verleden niet alle rulings centraal zijn geregistreerd, heeft de Belastingdienst zijn dossiers doorzocht op rulings met een internationaal karakter.

Na het doorlopen van de dossiers zijn, opgeteld bij de rulings die zijn afgegeven door het APA/ATR-team, in totaal ruim 4.000 bestaande rulings in beeld gebracht waarover informatie dient te worden uitgewisseld. De schatting van Trouw dat er over 10.000 rulings informatie moet worden uitgewisseld, correspondeert derhalve niet met de rulings die op basis van dossieronderzoek in beeld zijn gebracht.

Ik zal uw Kamer begin 2018 door middel van een brief informeren over de stand van zaken ten aanzien van de rulinguitwisseling in EU- en OESO-verband. Ik zal daarbij ook ingaan op de aantallen ontvangen en verstuurde informatie over rulings.

Vraag 5, 6, 10

Wat zijn de sancties voor Nederland als zij haar afspraken niet nakomt?

Op welke manier kan de Kamer en de Europese Commissie controleren of afspraken worden nagekomen?

Houden andere landen zich aan de afspraken?

Antwoord 5, 6, 10

Het toezicht op afspraken binnen EU- en OESO-verband verschilt.

De verplichting in EU-verband om informatie over rulings uit te wisselen vloeit voort uit een Europese richtlijn.3 De Europese Commissie (hierna: EC) houdt toezicht op de implementatie van deze richtlijn. Indien lidstaten een richtlijn niet of niet op een juiste wijze implementeren, kan de EC een infractieprocedure starten om een juiste implementatie af te dwingen.

Het toezicht op naleving van de afspraken in OESO-verband vindt plaats door middel van een zogenaamd «peer review» proces. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 4 december 2017. In de praktijk blijkt het peer review proces van de OESO een effectief middel om implementatie en naleving van internationale standaarden te bevorderen. Binnen het peer review proces beoordelen landen elkaars wetgeving en uitvoering om te controleren of aan de internationale standaarden wordt voldaan. In de gepubliceerde rapporten staan specifieke aanbevelingen die overheden kunnen overnemen om beter aan de internationale standaarden te voldoen. In het recente rapport van de OESO wordt ook ingegaan op de naleving van de minimum standaard door andere landen. Ik heb uw Kamer daarover geïnformeerd.

Vraag 8

Gezien Nederland er internationaal slecht op staat en er ernstige fouten blijken te zijn gemaakt bij de rulingpraktijk, bent u bereid de bestaande rulingpraktijk fundamenteel te heroverwegen?

Antwoord 8

Het geven van zekerheid vooraf over de fiscale positie van een belastingplichtige draagt bij aan de rechtszekerheid. Dit geldt voor grote, kleine, nationaal en internationaal opererende bedrijven maar ook voor particulieren. Daarnaast maakt het geven van zekerheid vooraf efficiënt en effectief toezicht door de Belastingdienst mogelijk. Ook is de mogelijkheid van zekerheid vooraf bij de Belastingdienst een belangrijke pijler van het vestigingsklimaatbeleid.

De EC heeft in 2014 aangegeven dat Nederland doorgaans werkt met een grondige beoordeling op basis van uitgebreide informatie die de belastingplichtige moet verschaffen en daarom verwacht de EC geen systematische onregelmatigheden aan te treffen bij de door Nederland afgegeven rulings.4 Ook de Algemene Rekenkamer heeft naar aanleiding van het onderzoek dat plaatsvond in 2014 op basis van de onderzochte dossiers geconcludeerd dat de beoordeling en afhandeling van verzoeken van belastingplichtigen bij de afgifte van rulings door de Belastingdienst zorgvuldig en conform de opzet heeft plaatsgevonden.5

Op dit moment lopen drie initiatieven voor onderzoeken naar de door de Nederlandse Belastingdienst afgegeven rulings:

  • het door mij op 8 november aangekondigde onderzoek naar de vraag of de rulings met een internationaal karakter zijn afgegeven conform de daarvoor bestemde procedures;

  • het onderzoek door de onafhankelijke commissie; en

  • een mogelijk onderzoek door de Algemene Rekenkamer in 2019.

De Europese richtlijnen tegen belastingontwijking en de aangekondigde maatregelen uit het regeerakkoord zullen impact hebben op de rulingpraktijk.

Ik vind het belangrijk dat de uitkomsten van de onderzoeken en de aanpassingen in wet- en regelgeving in samenhang wordt bezien alvorens ik eventuele conclusies trek.

Vraag 9

Deelt u de mening dat het huidige fiscale imago schadelijk is voor de Nederlandse internationale positie, zeker nu de Duitse vice-premier Nederland erop aanspreekt, de Europese Commissie Nederland tot de orde roept en premier Rutte België excuses aan moest bieden? Voelt u zich verantwoordelijk de fiscale praktijken in Nederland weer naar een maatschappelijk acceptabel niveau te brengen?

Antwoord 9

Ik deel de mening dat het fiscale beeld dat soms wordt geschetst over Nederland niet wenselijk is. Tegelijkertijd herken ik me niet in het beeld. Nederland heeft wellicht een historie op fiscaal gebied die anders was dan een aantal andere Europese landen, maar dit is een oud beeld dat niet past bij het beleid van het vorige en het huidige kabinet met betrekking tot de strijd tegen internationale belastingontwijking. Nederland zet zich actief in om in internationaal en Europees verband belastingontwijking te bestrijden. Ik zal uw Kamer in februari 2018 in een afzonderlijke brief uitgebreider informeren over de brede kabinetsinzet bij de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking en brievenbusconstructies.


X Noot
1

Trouw 20 november 2017

X Noot
2

Kamerstuk 31 066, nr. 326 en Kamerstuk 25 087, nr. 181.

X Noot
3

Richtlijn 2015/2376/EU van de Raad van 8 december 2015 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2015, L 332).

X Noot
5

Algemene Rekenkamer (2014): «Rapport Belastingontwijking», zie https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2014/11/06/belastingontwijking

Naar boven