Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over naming and shaming op internet (ingezonden 24 november 2017).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 december 2017).

Vraag 1

Kent u de documentaire en tv-uitzending Shame/Fame?1

Vraag 2

Over welke wettelijke mogelijkheden beschikt een slachtoffer van shaming om filmpjes van het internet te krijgen en om degenen die dergelijke filmpjes maken en op het internet plaatsen juridisch aan te pakken?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het beter zou zijn om te voorkomen dat dergelijke filmpjes op internet komen? Zo ja, hoe kan dat worden voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kent u de Zweedse wetgeving ten aanzien van het filmen of fotograferen van personen in de privésfeer en de publieke ruimte en het publiceren en verspreiden van dat beeldmateriaal? Biedt de Zweedse wet betere bescherming tegen shaming dan de Nederlandse? Zo ja, waar blijkt dat uit?

Vraag 5

Hoe oordeelt u – in de afweging tussen verschillende grondrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, het verbod op censuur en het recht op vrij nieuwsgaring enerzijds en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer anderzijds – over wetgeving die bepaalt dat het publiceren en verspreiden van fimpjes door privépersonen op het internet pas mag als degenen die daar op staan, daar toestemming voor hebben gegeven?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over naming and shaming op internet (ingezonden 24 november 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven