Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over door de Europese Unie georganiseerde reizen voor journalisten naar de Westoever (ingezonden 30 augustus 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 29 september 2017).

Vraag 1

Kent u het bericht over de voorgenomen, door de Europese Unie (EU) betaalde en georganiseerde, persreizen voor Europese journalisten naar de Westelijke Jordaanoever?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Kunt u aangeven wat de doelstellingen zijn van deze en soortgelijke persreizen?

Kunt u aangeven waarom gekozen is voor een bezoek aan enkel Palestijnse gebieden en Palestijnse burgers, en niet aan Israël, terwijl ook dat land nauw betrokken is bij de hulpverlening aan de Palestijnse bevolking?

Antwoord 2 en 3

Het bezoekprogramma is er op gericht om Europese journalisten inzicht te bieden in de relaties tussen de EU en de Palestijnse Autoriteit, de hulpinspanningen van de EU aan Palestijnen en politieke en economische ontwikkelingen in de Palestijnse gebieden.

Vraag 4 en 5

Deelt u de mening dat deze persreis wellicht niet, of niet optimaal, bijdraagt aan evenwichtige beeldvorming en verslaggeving inzake hulpverlening aan Palestijnen, nu een bezoek aan Israël als belangrijke betrokken partij verzuimd wordt?

Beaamt u dat bij door Europese belastingbetalers betaalde persreizen de schijn van eenzijdigheid en partijdigheid alleszins voorkomen moet worden, en bent u daarom bereid zich in te zetten voor een meer uitgebalanceerd reisprogramma waarin ook Israël en/of Israëlische hulpverleningsinitiatieven aangedaan worden?

Antwoord 4 en 5

Het kabinet deelt deze mening niet. De EU-vertegenwoordiging in Oost-Jeruzalem is voornemens om ook een bezoek aan de Israëlische Coordinator of Government Activities in the Territories (COGAT) op te nemen in het programma van de journalisten, gezien de betrokkenheid van COGAT in de bezette gebieden. Het kabinet ziet daarom geen aanleiding om aan te dringen op een ander programma.

Naar boven