Vragen van de leden Helder en De Graaf (beiden PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Politiedienst slaat alarm: duizenden buitenlandse terreurtips genegeerd.» (ingezonden 12 juli 2017)

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 19 september 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2459.

Vraag 1

Kent u het bericht «Politiedienst slaat alarm: duizenden buitenlandse terreurtips genegeerd»?1.

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5

In het artikel staat dat het LIRC (Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum) op dit moment ruim 3.900 rechtshulpverzoeken en 5.800 signaleringen van vermiste personen achter loopt en dat sprake is van structurele onderbezetting; klopt dit?

Deelt u de mening dat op dit onderwerp geen enkel rechtshulpverzoek of signalering terzijde gelegd mag worden? Zo ja, wat gaat u hier aan doen?

Hoe is het mogelijk dat er sprake is van structurele onderbezetting en het LIRC al zeven jaar om extra mankracht vraagt, terwijl de regering keer op keer in debatten tegen de Kamer heeft gezegd dat al het nodige wordt gedaan om terrorisme en een eventuele aanslag te voorkomen?

Deelt u de mening dat dit volstrekt onacceptabel is en dat de regering de veiligheid van de burgers in Nederland hiermee op het spel heeft gezet en dat blijft doen zo lang dit probleem niet is opgelost? Zo ja, wat gaat u hier per direct aan doen?

Antwoorden 2, 3, 4, 5

Indien de aantallen in de berichtgeving betrekking hebben op de werkvoorraad in juni 2017: 3927 rechtshulpverzoeken en 5827 signaleringen is dit bericht juist. Voor de politie is er altijd meer werkaanbod dan capaciteit en dit betekent dat keuzes gemaakt moeten worden in zaken die met voorrang worden opgepakt en zaken die na een eerste beoordeling later worden behandeld. Verzoeken in het kader van terrorisme krijgen de hoogste prioriteit en worden direct opgepakt. Minder urgente en op kleinere misdrijven gerichte rechtshulpverzoeken en signaleringen variëren van verzoeken in verband met kleine hoeveelheden softdrugs, verkeersovertredingen, diefstal en bepaalde vermissingen.

Het LIRC kent momenteel een boven-formatieve bezetting. Binnen enkele teams is echter sprake van onderbezetting. Hiervoor zijn in de afgelopen periode 32 vacatures ingevuld. Naar verwachting zullen de resterende 8 vacatures uiterlijk begin 2018 zijn ingevuld. Momenteel wordt binnen het LIRC zoveel mogelijk steun verleend aan de tijdelijk onderbezette teams, in zoverre de specifieke kennis voorhanden is.

Voor informatie over de verdere stappen die gezet worden verwijs ik u naar de Kamerbrief over dit onderwerp die tegelijkertijd met deze antwoorden naar uw Kamer zal worden verzonden.

Vraag 6

Als zoveel verzoeken en signaleringen terzijde geschoven worden, hoe kan de burger dan nog vertrouwen op de juistheid van het dreigingsniveau?

Antwoord 6

Bij het bepalen van het dreigingsniveau wordt gebruik gemaakt van (gerubriceerde) informatie van overheidsorganisaties belast met terrorismebestrijding alsmede van informatie uit openbaar toegankelijke bronnen. Dit is een zorgvuldig proces. Het dreigingsniveau wordt op een accurate wijze vastgesteld.

Naar boven