Vragen van het lid Beertema (PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat Nederlandse wapenkennis en -technologieën in handen zijn gekomen van Iran, Syrië en Pakistan (ingezonden 27 oktober 2017).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 20 november 2017)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat Nederlandse wapenkennis en -technologieën in handen zijn gekomen van Iran, Syrië en Pakistan?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Welke technische universiteiten en vakgroepen zijn hierbij betrokken?

Om welke «dual use»-technologieën gaat het?

Antwoord 2 en 3

Het is niet bekend dat hier universiteiten/vakgroepen bij zijn betrokken.

Vraag 4

Worden studenten uit landen die lid zijn van het OIC (Organization of Islamic Cooperation) gescreend alvorens ze hier kunnen gaan studeren?

Antwoord 4

Ja. Alle studenten uit welk land dan ook worden aan een risicoanalyse onderworpen indien zij toelating wensen tot een opleiding genoemd in de bijlage van de Sanctieregeling Noord-Korea 2007. Deze regeling ziet op het voorkomen dat Noord-Korea wordt voorzien van kennis die bijdraagt aan proliferatiegevoelige activiteiten in dat land. Studenten uit landen die lid zijn van de OIC vallen ook onder deze regeling en dienen een ontheffing aan te vragen indien zij toelating wensen tot een van deze opleidingen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verleent de gevraagde ontheffing, tenzij het risico onaanvaardbaar groot geacht wordt dat het aanbieden van de bedoelde kennis aan de persoon voor wie de ontheffing is gevraagd bijdraagt of kan bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Noord-Korea.

Vraag 5

Om hoeveel van deze studenten gaat het binnen deze gevoelige studies?

Antwoord 5

In 2016 hebben minder dan 10 studenten uit landen die lid zijn van de OIC een ontheffing aangevraagd op basis van de Sanctieregeling Noord-Korea 2007.

Vraag 6

Worden deze studenten gemeld bij de relevante overheidsinstanties of blijven de technische universiteiten passief op dit gebied?

Antwoord 6

Op basis van de eerdergenoemde Sanctieregeling geldt een verplichting voor hogeronderwijsinstellingen om gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen te verschaffen over het onderwijs en onderzoek die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van de Sanctieregeling Noord-Korea 2007. Daaruit volgt ook dat het instellingen verboden is om kennis, zoals bedoeld in deze regeling, te delen met personen die niet beschikken over een ontheffing.

Vraag 7

Is het uw indruk dat er binnen de betrokken vakgroepen sprake is van nonchalance, slordigheid of argeloosheid, of dat mogelijkerwijs antizionistische sentimenten bij de betrokken docenten en wetenschappers een rol spelen? Zo ja, bent u bereid om er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat universiteiten alert worden op de gevaren van proliferatie van «dual use technologies» en ideologisch gedreven wetenschappers geweerd worden?

Antwoord 7

Nee, dat is niet mijn indruk.

Vraag 8

Bent u bereid, indachtig het echec omtrent de Pakistaanse wetenschapper Khan die Nederlandse nucleaire technologie het land uit smokkelde en daarmee de basis legde voor de «islamitische bom», de meest veilige en beste oplossing te kiezen door studenten afkomstig uit deze islamitische landen geen toegang meer te verlenen tot Nederlandse universiteiten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Ik heb voldoende vertrouwen in het hierboven beschreven mechanisme van ontheffing. Bij het bepalen van de risico’s van onwenselijke kennisoverdracht spelen nationaliteit of land van herkomst geen rol. Alle in aanmerking komende studenten worden aan een risicoanalyse onderworpen. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.

Naar boven