Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht «Veel glyfosaat in landbouwgronden: Verlenging toelating niet verstandig» (ingezonden 18 oktober 2017).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 10 november 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek over de mate waarin glyfosaat voorkomt in landbouwgronden?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) om advies te vragen over wat dit onderzoek betekent voor de voorgestelde verlenging van de toelating van glyfosaat?

Antwoord 2

Ik heb het Ctgb inmiddels om advies gevraagd en heb uw Kamer over de uitkomst hiervan geïnformeerd in het verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 6 november 2017 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1057).

Vraag 3

Bent u bereid om de European Food Safety Authority (EFSA) dit onderzoek te laten toetsen in verband met de toelating van glyfosaat?

Antwoord 3

Ik ben uiteraard altijd bereid om de Europese Commissie te attenderen op nieuwe wetenschappelijke inzichten als deze mogelijke consequenties hebben voor de goedkeuring van een werkzame stof. In dit geval is het echter niet nodig, omdat EFSA de Europese Commissie hierover al heeft geadviseerd. EFSA komt tot een vergelijkbare conclusie als het Ctgb.

Naar boven