Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 328 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 328 |
Klopt het dat Nederlanders, wonend in ons land, die van de Duitse overheid een uitkering ontvangen op grond van de wet Gesetz zur Zahlbarmachung von Renten aus Beschaftigungen in einem Ghetto (ZRBG), de zogenoemde ghetto-uitkering, in Nederland volgens artikel 3.101, eerste lid Wet IB 2001 tot belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen en daarmee tot het belastbaar inkomen uit werk en woning worden gerekend?
Klopt het dat dezelfde ghetto-uitkering die inwoners in Duitsland ontvangen, krachtens bijzondere regelgeving vanwege het bijzondere karakter van deze uitkering, door de Duitse overheid zijn vrijgesteld van belastingheffing over deze uitkering nu deze in Duitsland niet tot het belastbare inkomen wordt gerekend?
Kunt u uitleggen waarom de Nederlandse regering anders met belastingheffing van deze getto-uitkering omgaat dan de Duitse regering, nu Nederland deze wel tot het belastbare inkomen rekent en Duitsland vanwege het bijzondere karakter niet?
Ja, dat klopt. Het uitgangspunt van de Nederlandse wetgever is om uitkeringen met een inkomensvervangend of inkomensaanvullend karakter die vrij besteedbaar inkomen verschaffen te belasten. Dat uitgangspunt geldt ook voor buitenlandse uitkeringen aan inwoners van Nederland. Een uitkering op grond van de Duitse «Gesetz zur Zahlbarmachung von Renten aus Beschäftigungen in einem Ghetto» is in Duitsland inderdaad niet belast. Ieder land heeft de vrijheid zijn eigen fiscaal beleid te voeren. Op grond van het belastingverdrag met Duitsland is de heffing van belasting over deze uitkering aan inwoners van Nederland toegewezen aan Duitsland. Nederland verleent een belastingvrijstelling maar wel met progressievoorbehoud. Dat betekent dat de uitkering wordt meegenomen bij de bepaling van de hoogte van het inkomen uit werk en woning. Daardoor kunnen dergelijke uitkeringen leiden tot (hogere) inkomstenbelasting en verschuldigde premies volksverzekeringen en (een hogere) inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. Ook kunnen zij, omdat zij deel uitmaken van het toetsinkomen voor inkomensafhankelijke regelingen, zoals toeslagen, leiden tot lagere toeslagen of tegemoetkomingen.
Deelt u de mening dat de ghetto-uitkering veeleer een verzoenend karakter heeft en alleen om pragmatische redenen als pensioen door de Nederlandse regering/fiscus wordt aangemerkt? Bent u het met ons eens dat gelet op het geringe aantal nog levende gerechtigden het budgettaire effect nagenoeg nihil is?
Een uitkering op grond van de Duitse Gesetz zur Zahlbarmachung von Renten aus Beschäftigungen in einem Ghetto heeft het karakter van een ouderdomspensioen in verband met arbeid verricht in een getto. Deze uitkering vormt een publiekrechtelijke periodieke uitkering in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001. Het aantal gerechtigden is voor zover mij bekend circa 150 personen.
Bent u bereid met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 ook de soortgelijke ghetto-uitkering krachtens de ZRBG vrij te stellen van inkomstenbelasting, daar op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer soortgelijke periodieke ghetto-uitkeringen aan specifieke groepen oorlogsslachtoffers per 1 januari 2016 zijn vrijgesteld (Artikel 2-Fonds)?
Alvorens een vrijstelling voor de zogeheten Artikel 2-fondsuitkeringen voor te stellen is uitgebreid onderzocht of er een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat om deze Artikel 2-fondsuitkeringen anders te behandelen dan andere uitkeringen met al dan niet een soortgelijk karakter. Dat is het geval gebleken; ook de Raad van State heeft dit desgevraagd bevestigd. Daarom is mede naar aanleiding van een bij de Landsadvocaat ingewonnen advies in de Wet inkomstenbelasting 2001 alleen een uitzondering (vrijstelling) opgenomen voor Artikel 2-Fonds uitkeringen. Inmiddels is bekend dat er een procedure loopt waarbij voor een uitkering op grond van de Duitse Gesetz zur Zahlbarmachung von Renten aus Beschäftigungen in einem Ghetto een beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt gedaan. Zoals eerder gezegd, zijn op uitdrukkelijk verzoek van de Kamer de uitkeringen uit het Artikel 2-Fonds vrijgesteld. Daarbij is met grote zorgvuldigheid gekeken naar aspecten als gelijkheid en precedentwerking om deze maatregel deugdelijk te onderbouwen. Het kabinet heeft daarom het vertrouwen dat de rechter de keuze van de wetgever en de aangevoerde argumenten zal volgen.
Bent u alsnog bereid het op 16 januari 2015 door de Tweede Kamer aan u gevraagde advies van de landadvocaat inzake de uitkeringen uit het Artikel 2-Fonds alsnog te verstrekken, conform het verzoek van de commissie voor Financiën d.d. 16 januari 2015?
Het is niet gebruikelijk om een advies van de landsadvocaat te delen met de Tweede Kamer. In geval van het advies inzake de Artikel 2 Fonds-uitkeringen was dat in het geheel niet aan de orde omdat – na ampele overwegingen – tegemoet gekomen is aan de wens van de Kamer om een vrijstelling voor deze specifieke uitkeringen in de wet op te nemen. Vanwege het feit dat er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden zie ik geen aanleiding het advies alsnog te verstrekken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-328.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.