Vragen van Jasper vanDijk en Lacin (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en de Minister van Infrastructuur en Milieu over het afsluiten
van drinkwater (ingezonden 22 augustus 2017).
Antwoord van Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu)
mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 27 oktober
2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2653.
Vraag 1
Vindt u het ook een slechte zaak dat PWN, het drinkwaterbedrijf in Noord-Holland,
een alleenstaande moeder met drie kinderen uit Hoorn af heeft gesloten van drinkwater?1
Antwoord 1
Afsluiting van drinkwater is voor iedereen ingrijpend en moet zoveel mogelijk worden
voorkomen. Drinkwaterbedrijven volgen daarom een zorgvuldige procedure voordat tot
afsluiting kan worden overgegaan. Helaas komt het toch voor dat ook huishoudens met
kinderen worden afgesloten.
Vraag 2
Bent u bereid met het drinkwaterbedrijf PWN in gesprek te gaan om te bewerkstelligen
dat dit soort situaties niet meer voorkomen?
Antwoord 2
Ik zie dit niet als een oplossing, omdat dergelijke afsluitingen – ondanks de zorgvuldigheid
die in acht wordt genomen – niet kunnen worden uitgesloten.
Vraag 3
Onderschrijft u dat het recht op toegang tot water een belangrijk mensenrecht en kinderrecht
is dat onder andere is vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten
van het Kind (artikelen 3, eerste lid, 24 en 27, en general comment 15) en in VN resolutie
64/292 over de rechten van de mens?2
Antwoord 3
Ja. Het recht op de toegang tot drinkwater is een belangrijk mensenrecht. De Drinkwaterwet
geeft het recht op toegang tot drinkwater en de verplichting voor drinkwaterbedrijven
om het afsluiten van een kleinverbruiker zoveel mogelijk te voorkomen. Dat drinkwater
een mensenrecht is, betekent echter niet dat het gratis zou moeten zijn. De inzet
van het drinkwaterbeleid en regelgeving in Nederland is om drinkwater voor alle huishoudens
betaalbaar te houden en afsluiting zoveel mogelijk te voorkomen.
Sinds de inwerkingtreding van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van
drinkwater (Afsluitregeling) op 1 juni 2012 is er op internationaal gebied meer aandacht
voor het recht op toegang tot voldoende schoon drinkwater3. Mede naar aanleiding daarvan heb ik onlangs het voornemen gepubliceerd om deze regeling
aan te passen. Kern van de aanpassing is dat afsluiting als uiterste middel mogelijk
moet blijven. Indien toch wordt afgesloten dient het drinkwaterbedrijf te zorgen voor
een tijdelijke beschikbaarheid van drinkwater (bijvoorbeeld via het beschikbaar stellen
van flessen met drinkwater). Het gaat om een minimum hoeveelheid van 12 liter per
persoon per dag gedurende 4 dagen. Deze periode wordt redelijk geacht om herstel van
de aansluiting te bewerkstelligen of te zoeken naar een alternatief.
Het voorstel is onlangs ter internetconsultatie aangeboden. De consultatieperiode
is inmiddels afgerond. Op basis van de reacties wordt nagegaan of het voorstel verdere
aanpassing behoeft.
Vraag 4
Hoe vaak kwamen drinkwaterafsluitingen van particulieren voor in 2017, 2016 en 2015
en 2005? Kunt u voor het afgelopen jaar aangeven welke bedrijven de afsluitingen hebben
gepleegd en welk percentage zij ongevraagd afsluiten?
Antwoord 4
In onderstaande tabel zijn de door u gevraagde gegevens opgenomen. Daarbij moeten
enkele kanttekeningen geplaatst worden:
-
• het totaal aantal aansluitingen op het drinkwaternet bedraagt ca. 8 miljoen;
-
• het is niet bij alle drinkwaterbedrijven bekend of het afsluitingen betreft wegens
wanbetaling (percentage «ongevraagd») of afsluiting wegens leegstand. De onderstaande
cijfers kunnen dus afsluitingen wegens wanbetaling én leegstand betreffen;
-
• de cijfers kunnen afsluitingen van particuliere én zakelijke afnemers betreffen;
-
• de cijfers 2017 betreffen afsluitingen in de eerste 7 maanden. Sommige bedrijven hebben
de cijfers t/m augustus aangeleverd, waardoor het beeld mogelijk iets is vertekend
(hoger), omdat sommige bedrijven een extra maand hebben aangeleverd;
-
• de meeste bedrijven hebben geen beschikking (meer) over de cijfers van 2005. Deze
cijfers zijn daarom niet in de tabel zijn opgenomen.
Jaar
|
2005
|
2015
|
2016
|
2017
|
Aantal afsluitingen Drinkwater
|
niet bekend
|
10.158
|
7.526
|
3.602
|
Vraag 5
Bent u bereid onderzoek te doen naar de uitvoeringspraktijk en de implementatie van
het NVVK-convenant met de vijf drinkwaterbedrijven die het afgelopen jaar het vaakst
tot afsluiting over gingen?
Antwoord 5
De NVVK en de Vewin hebben laten weten tevreden te zijn over de samenwerking. Schuldhulpverleners
en drinkwaterbedrijven komen periodiek bijeen om de uitvoeringspraktijk van het convenant
met elkaar te bespreken. Van beide kanten wordt de samenwerking als positief ervaren.
Ik zie daarom geen aanleiding om het door u gevraagde onderzoek uit te voeren.
Vraag 6
Hoe vaak kwamen afsluitingen van gas en elektra voor in 2017, 2016 en 2015 en 2005?
Kunt u voor het afgelopen jaar aangeven welke bedrijven tot afsluitingen zijn overgegaan
en welk percentage zij ongevraagd afsluiten?
Antwoord 6
In de jaren 2015, 2016 en 2017 (onvolledig jaar) zijn er respectievelijk 14.288, 17.829
en 9.633 gas- en elektriciteitsaansluitingen bij kleinverbruikers afgesloten. Dit
is circa 0,25 procent van het totale aantal aansluitingen van gas en elektriciteit
in Nederland. Gas- en elektriciteitsaansluitingen worden als aparte aansluiting aangemerkt.
Een huishouden of bedrijf met beide aansluitingen telt zodoende als 2 aansluitingen.
Bij alle regionale netbeheerders4 hebben in deze jaren afsluitingen plaatsgevonden. De netbeheerders, vertegenwoordigd
door Netbeheer Nederland, hebben mij laten weten dat er voor het jaar 2005 geen betrouwbare
data beschikbaar zijn wegens systeemwisselingen.
In de energiesector zijn het de netbeheerders die daadwerkelijk de afsluiting realiseren.
Voor een afsluiting kunnen verschillende redenen zijn. Er kan afgesloten worden vanwege
wanbetaling, een verzoek hiervoor komt dan bijvoorbeeld van de energieleverancier.
Ook afsluiting vanwege onveilige situaties of fraude komt voor. Voorts is er afsluiting
op verzoek van de consument. Net zoals bij het drinkwaterbeleid is het beleid bij
gas en elektriciteit erop gericht om afsluiting zoveel mogelijk te voorkomen. Energieleveranciers
en netbeheerders volgen daarom een zorgvuldige procedure, voordat tot afsluiting over
kan worden gegaan. Deze procedure is vastgelegd in de Regeling afsluitbeleid voor
kleinverbruikers van elektriciteit en gas en is vergelijkbaar met de Afsluitregeling
voor het drinkwaterbeleid.
Het is niet in alle gevallen te achterhalen wanneer er sprake is van het ongevraagd
afsluiten. Het merendeel van de afsluitingen vindt plaats in de situatie waarin het
contract op de aansluiting door de leverancier wordt beëindigd (de «einde levering»).
Dit wordt door de klant vermoedelijk als ongevraagd aangemerkt. Een afsluiting in
verband met de veiligheid kan door de klant eveneens worden ervaren als ongevraagd.
Over de data van 2015, 2016 en 2017 (onvolledig jaar) schatten de netbeheerders het
totaal aantal «ongevraagde» afsluitingen bij kleinverbruikers, inclusief afsluitingen
in verband met «einde levering», in 2015 op 86%, in 2016 op 75% en in 2017 op 69%
van het totale aantal afsluitingen.
Jaar
|
2005
|
2015
|
2016
|
2017
|
Aantal afsluitingen
gas- en elektriciteit
|
niet bekend
|
14.288
|
17.829
|
9.633
|
Percentage «Ongevraagde afsluitingen», inclusief «einde levering»
|
niet bekend
|
86%
|
75%
|
69%
|
Aantal afsluitingen gas- en elektriciteit koude seizoen
|
niet bekend
|
7.338
|
8.363
|
3.956
|
Vraag 7
Hoe vaak betrof dit afsluitingen van gezinnen in het koude seizoen?5
Antwoord 7
Netbeheerders en energieleveranciers hebben in principe geen gegevens over de gezinssamenstelling
van hun consumenten, waardoor er ook geen registratie is van het aantal afsluitingen
van gezinnen in het koude seizoen. Gegevens over het totale aantal afsluitingen in
het koude seizoen (de periode van 1 oktober – 1 april) zijn er wel.
In de jaren 2015, 2016 en 2017 (onvolledig jaar) zijn er tijdens het koude seizoen
respectievelijk 7.338, 8.363 en 3.956 gas- en elektriciteitsaansluitingen bij kleinverbruikers
afgesloten. Ook hierbij geldt dat gas en elektriciteit als afzonderlijke aansluitingen
worden aangemerkt (zie ook tabel bij antwoord 6).
Vraag 8 en 9
Wat gaat u doen om te voorkomen dat mensen afgesloten worden van basisvoorzieningen,
zoals gas, water en elektra?
Bent u bereid minderjarige kinderen als kwetsbare consumenten aan te merken in de
Regeling afsluitbeleid drinkwater kleinverbruikers?
Antwoord 8 en 9
Huishoudens kunnen niet zomaar worden afgesloten. De huidige regels voorzien in een
zorgvuldige incassoprocedure – juist om afsluiting zoveel mogelijk te voorkomen. In
aanvulling hierop hebben de drinkwaterbedrijven en de energiesector vrijwillige afspraken
met schuldhulpverleningsorganisaties gemaakt.
De koepel van drinkwaterbedrijven Vewin en de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening
en sociaal bankieren (NVVK) hebben een convenant afgesloten waarin is afgesproken
om, ook in de gevallen waarin de regeling dat wel toestaat, huishoudens niet af te
sluiten wegens wanbetaling, in geval van (een aanvraag om) schuldhulp.
Energie Nederland en de NVVK hebben afspraken gemaakt die inhouden dat huishoudens
die op grond van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit
en gas in de winterperiode mogen worden afgesloten, niet worden afgesloten zolang
er sprake is van strenge vorst. Dit is aan de orde als het KNMI in De Bilt twee dagen
achter elkaar een gemiddelde etmaaltemperatuur onder de nul graden Celsius heeft gemeten.
Op basis van bovenstaand omschreven huidige beleid ben ik van mening dat het afsluitbeleid
– in het bijzonder het afsluitbeleid bij kwetsbare huishoudens – zorgvuldig is en
geen aanpassing behoeft. In de voorgenomen aanpassing van de Regeling afsluitbeleid
drinkwater kleinverbruikers worden minderjarige kinderen dan ook niet als kwetsbare
consumenten aangemerkt.
Vraag 10
Bent u bereid, gezien het feit dat tijdens een breed moratorium huisontruimingen nog
steeds kunnen doorgaan en mensen nog steeds afgesloten kunnen worden van basisvoorzieningen
zoals water, het besluit aan te passen, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken om
het smal en breed moratorium tegelijkertijd aan te vragen zoals bepleit wordt op https://www.schulinck.nl dan wel de wettekst van artikel 5 gemeentelijke schuldhulpverlening aan te passen?6
Antwoord 10
Het smal moratorium en het breed moratorium zijn onderscheidenlijke instrumenten voor
de schuldhulpverlener die in beginsel ieder hun eigen moment binnen het schuldhulpverleningstraject
kennen.
Het smal moratorium is met name bedoeld voor de schuldenaar die in een bedreigende
situatie verkeert en zich op dat moment meldt bij de schuldhulpverlening. Bij een
bedreigende situatie gaat het dan om een situatie waarbij een dreigende ontruiming,
afsluiting van gas, water of licht dan wel beëindiging van de zorgverzekering speelt.
Het smal moratorium houdt in dat de desbetreffende verhuurder, leverancier van gas,
water of licht dan wel de zorgverzekeraar zijn ontruiming, afsluiting of beëindiging
voor maximaal 6 maanden opschort. Het biedt de schuldhulpverlening de mogelijkheid
om erger (een ontruiming of afsluiting) te voorkomen en orde op zaken te stellen.
Het breed moratorium zit verderop in het traject, wanneer de schuldhulpverlening reeds
in volle gang is, maar niet verder komt vanwege schuldeisers die verhaal halen op
de goederen van de schuldenaar. Het ziet erop dat de schuldeisers voor maximaal 6
maanden hun verhaals- en executie-activiteiten staken. Omdat de schuldenaar dan reeds
door de schuldhulpverlening wordt begeleid, mag worden verwacht dat betaling van vaste
lasten geborgd is en een bedreigende situatie zoals bijvoorbeeld afsluiting van water
zich in beginsel niet meer voordoet.
De situatie dat het wenselijk is om een breed en een smal moratorium in combinatie
aan te kunnen vragen is daarom feitelijk een theoretische. Ik zie dan ook geen noodzaak
om aanpassingen te treffen.
Vraag 11
Bent u bereid waterleverancier Evides uit Rotterdam aan te spreken op het scherpe
incassobeleid, waarbij klanten snel afgesloten worden?7
Antwoord 11
De situatie zoals beschreven in het krantenartikel vormt voor mij geen aanleiding
om dit met Evides te bespreken. Het beleid is er op gericht om afsluiting zoveel mogelijk
te voorkomen, maar kan niet garanderen dat huishoudens niet worden afgesloten.
X Noot
3Dat zijn onder meer het Verdrag inzake de rechten van het kind, het VN-Gehandicaptenverdrag,
het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten alsmede
de Mededeling van de Commissie van 19 maart 2014 over het Europees burgerinitiatief
«Water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht! Water is een publiek goed,
geen handelswaar!», COM(2014) 177.
X Noot
4Regionale netbeheerders zijn: Coteq, Enduris, Enexis, Liander, Rendo, Stedin en Westland
infra.