Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP) aan de Minister van Basis- en Voortgezet onderwijs en Media over het bericht Miljoenen aan onderwijsgeld gaat naar commerciële bureaus (ingezonden 9 juli 2018).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 11 september 2018).

Vraag 1

Vindt u het wenselijk dat scholen miljoenen uitgeven aan commerciële bureaus, terwijl het lerarentekort vraagt om extra investeringen in onderwijs?1

Antwoord 1

Het lerarentekort is een urgent probleem. Onlangs heb ik uw Kamer hierover een brief gestuurd. Daarin staan ook extra inspanningen om het tekort aan te pakken.

Wat zich nu lijkt voor te doen is dat er uitzendbureaus zijn die de schaarste op de arbeidsmarkt voor primair onderwijs aangrijpen om de tarieven die zij in rekening brengen aan schoolbesturen te verhogen. Ik vind dit geen goede ontwikkeling en begrijp de zorgen daarover van de schoolbesturen.

Overigens is de inhuur van personeel via uitzendbureaus niet nieuw. Ook als er geen lerarentekort is maken scholen en besturen soms gebruik van uitzendbureaus, bijvoorbeeld om meer flexibiliteit te realiseren in tijden van leerlingendaling.

Vraag 2

Is bekend hoeveel scholen via uitzendbureaus hun vacatures invullen? Klopt het dat het aantal omhoog gaat?

Antwoord 2

Nee, het is niet bekend hoeveel scholen via uitzendbureaus vacatures vervullen. Het is dan ook niet mogelijk om te beoordelen of dat aantal omhoog gaat. Zoals eerder in antwoord op Kamervragen van het lid Kwint over dit onderwerp is gemeld, stijgt wel het aandeel van personeelskosten dat is besteed aan personeel dat niet in loondienst (pnil) is.2 Zoals in de antwoorden op die vragen staat, heb ik verkend wat de mogelijkheden zijn om meer volledige en betrouwbare gegevens te verzamelen over pnil. Het resultaat hiervan is dat er in januari 2019 een (proef)levering voor het primair- en voortgezet onderwijs wordt opgevraagd bij de uitzend-, payroll- en detacheringsbureaus.

Vraag 3

Klopt het dat een uitzendkracht gemiddeld 30–50% duurder is dan een leraar die in dienst is van de school?

Antwoord 3

Ik heb geen zicht op de kosten van uitzendkrachten, maar het is evident dat deze hoger liggen dan personeel in loondienst. Een deel van de verplichtingen richting personeel wordt immers overgenomen door het uitzendbureau, zoals de werving en selectie.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het verhogen van de salarissen en verbeteren van de arbeidsvoorwaarden een manier is om leraren voor de school te behouden?

Antwoord 4

Naar mijn mening is goed personeelsbeleid de sleutel om leraren voor de scholen te behouden. Dat betekent onder meer goede begeleiding van startende leraren, aandacht voor de professionalisering en ontwikkelmogelijkheden voor leraren en aandacht voor de werkdruk. Ook een goede beloning van leraren hoort daarbij. Met de onlangs afgesloten cao po en de investering van dit kabinet van € 270 miljoen voor lerarensalarissen en de investering die oploopt tot € 430 miljoen voor de verlaging van de werkdruk is daar ook ruimte voor.

Vraag 5

Vindt u het wenselijk dat uitzendbureaus en headhunters leraren via onder meer LinkedIn benaderen met een aantrekkelijk aanbod (hoger salaris, een auto) om voor hen te werken?

Antwoord 5

Nee, zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven, vind ik dit geen wenselijke ontwikkeling. Het staat leraren echter vrij om een werkgever te kiezen. In deze tijd waarin we te maken hebben met een lerarentekort, hebben leraren meer te kiezen. Mijn beeld is dat het wat betreft de hogere salarissen en de auto wel om uitzonderingen gaat die vanwege hun opvallende karakter de pers halen. Bovendien gaan er nog kosten van het salaris af die leraren in loondienst niet hebben, zoals ziektekosten en pensioen. Doorgaans krijgen leraren via uitzendbureaus onder aan de streep normale salarissen betaald.

Vraag 6

Bent u bereid om uit te zoeken wat scholen gezamenlijk betalen aan commerciële bureaus? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 2.

Vraag 7

Bent u met de kennis van nu bereid om samen met scholen voorstellen te doen over een maximumpercentage van de lumpsum dat scholen mogen uitgeven aan uitzend- en detacheringskrachten, zoals gevraagd in de motie Kwint-Westerveld?3

Antwoord 7

Het werven van personeel is een zaak van besturen. Dat geldt ook voor de inhuur van personeel via bureaus en de tarieven daarvan. De contracten tussen besturen en uitzendbureaus, waar het hier om gaat, zijn privaat terrein.

Vraag 8

Zo nee, bent u bereid om op enige andere wijze met scholen afspraken te maken over hoe onderwijsgeld in het onderwijs blijft en niet gaat naar uitzendbureaus en headhunters? Zo ja, welke afspraken? Zo nee, hoeveel miljoenen moeten er weglekken voordat u actie onderneemt?

Antwoord 8

Zoals in het antwoord op vraag 7 staat, zijn besturen verantwoordelijk voor het werven van personeel. Voor de langere termijn is het noodzakelijk om het lerarentekort duurzaam aan te pakken. Hierover vindt u meer in de brief over het lerarentekort die ik uw Kamer onlangs heb gestuurd.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Hul (PvdA), ingezonden 9 juli 2018 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3158).


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 909

X Noot
3

Kamerstuk 27 923, nr. 289

Naar boven