Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over een immens lerarentekort op de Amsterdamse basisscholen (ingezonden 5 juli 2018).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 11 september 2018).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de cijfers van het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO), de vereniging van schoolbesturen in het primair- en speciaal onderwijs in Amsterdam, waaruit blijkt dat in Amsterdam 7.900 kinderen na de zomer zonder meester of juf dreigen te komen zitten?1

Antwoord 1

Het is zorgwekkend dat er begin juli nog veel vacatures voor leraren openstonden in Amsterdam. Ik ga daarom binnenkort met de wethouder in gesprek over de situatie in Amsterdam en combineer dit met een werkbezoek.

Ik zie Amsterdam als een goed voorbeeld van hoe regionale partners het lerarentekort gezamenlijk aanpakken, maar zie ook dat extra inspanningen nodig zijn. Hiervoor verwijs ik u naar de brief over lerarentekort die ik onlangs naar uw Kamer heb gestuurd.

Vraag 2

Ziet u deze ontwikkeling als zomaar een ongelukkige samenloop van omstandigheden? Of ziet u enig verband met de kloof tussen de lerarensalarissen in het primair- en voortgezet onderwijs, die het lerarenberoep in het basisonderwijs minder aantrekkelijk maken?

Antwoord 2

De oorzaken van het lerarentekort liggen vooral in een combinatie van hoogconjunctuur, de grote groep leraren die komende jaren met pensioen gaat en de verlaagde instroom in de Pabo. Het kabinet investeert 270 miljoen euro in de salarissen in het po en nu er een cao-akkoord ligt zullen leraren dit snel gaan merken. Daar ben ik blij mee, want ik verwacht dat het beroep hierdoor aantrekkelijker wordt en leidt tot een grotere instroom van nieuwe leraren en het behouden van leraren die al op een school werken.

Vraag 3

Wat verwacht u dat dit probleem gaat betekenen voor de toekomst van de kinderen die op deze wijze de gevolgen van het lerarentekort aan den lijve gaan ondervinden?

Antwoord 3

Ik zie dat er meer moet gebeuren om het lerarentekort tegen te gaan en verwijs u voor de extra inspanningen naar de brief over het lerarentekort dit ik onlangs naar uw Kamer heb gestuurd.

Vraag 4

Vindt u dit een probleem dat de Amsterdamse scholen maar op eigen houtje creatief moeten zien op te lossen? Of gaat u zelf ook in gebieden die worden getroffen door een immens lerarentekort gerichte stappen zetten teneinde te waarborgen dat scholieren en hun ouders zeker kunnen zijn van een goede leraar voor de klas? Welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag?

Antwoord 4

Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar de brief over het lerarentekort. Hierin kunt u meer lezen over de landelijke stuurgroep en de inzet van aanjagers in de regio’s.

Vraag 5

Welke structurele oplossingen staan u voor ogen voor de problematiek nu naar verluidt de kwaliteit van het Amsterdamse basisonderwijs gelukkig nog nauwelijks lijdt onder het lerarentekort, maar de leerkrachten en directeuren al een tijd op hun tenen lopen en de nood hoog is?

Antwoord 5

Het kabinet investeert in randvoorwaarden, zoals de recentelijke investeringen in salaris en het tegengaan van werkdruk. Ook wordt het collegegeld van studenten aan een lerarenopleiding de eerste twee jaar gehalveerd. Het is nu aan de partijen in de regio’s om gezamenlijk uitwerking te geven aan een aanpak van het lerarentekort. Voorbeelden van acties zijn het aantrekken van andere doelgroepen dan de reguliere pabo-studenten, zoals zijinstromers en herintreders, het verlagen van het ziekteverzuim en het verhogen van de deeltijdfactor. In de recent verstuurde Kamerbrief over het lerarentekort licht ik dit verder toe.


X Noot
1

«Lerarentekort immens: 7.900 kinderen na de zomer zonder meester of juf» bij AT5, 4 juli 2018 (http://www.at5.nl/artikelen/183909/lerarentekort-immens-7900-kinderen-na-de-zomer-zonder-meester-of-juf).

Naar boven