Vagen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake het bericht dat het leenstelsel en bindend studieadvies zorgen voor psychische klachten (ingezonden 20 juni 2018).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 augustus 2018).

Vraag 1

Kent u het artikel «Leenstelsel en bindend studieadvies zorgen voor psychische klachten» van 19 juni 2018?1 Wat is uw reactie daarop?

Antwoord 1

Ja, ik heb het artikel gelezen. Goed hoger onderwijs daagt de student uit, maar wanneer de student te hoge of langdurige prestatiedruk ervaart, kan dit negatieve gevolgen hebben voor het welzijn van studenten en mogelijk ook voor het studieverloop. Preventie en tijdige interventie bij een te hoge of langdurige studiedruk acht ik daarom van groot belang.

Daarom heb ik mede n.a.v. de motie Bruins/Asante2 samen met de VSNU, Vereniging Hogescholen, studentenbonden en experts een werkgroep Studentenwelzijn in het leven geroepen. Deze werkgroep ontwikkelt een gezamenlijke aanpak die onder andere is gericht op het bevorderen van kennisdeling en voorlichting zowel aan studenten als aan docenten en decanen; professionals die een directe rol hebben in de verbetering van het welzijn van studenten. Voor wat betreft psychische gezondheid heeft de werkgroep ook contact met het Ministerie van VWS, dat onlangs de campagne «Hey, het is oké, maak depressie bespreekbaar» is gestart, om beleid en activiteiten op dit onderwerp af te stemmen.

De gezamenlijke aanpak van de werkgroep Studentenwelzijn zal worden meegenomen in mijn brief over toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs, die u na de zomer en voor de begrotingsbehandeling van mij zult ontvangen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het afschaffen van de basisbeurs serieuze financiële consequenties heeft en tevens de oorzaak is van psychische klachten bij studenten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u zetten?

Antwoord 2

Nee, deze mening deel ik niet. De financiële situatie van studenten wordt door het RIVM gezien als één van de mogelijke oorzaken van psychische klachten. Uiteraard vind ik het belangrijk dat hier aandacht voor is en ik zal hierover ook het gesprek aangaan met het RIVM. De gevolgen van de invoering van het Studievoorschot worden onder andere ook onderzocht in de jaarlijkse Monitor Beleidsmaatregelen. Uit de Monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs 2016–20173, bleek dat het aandeel studenten dat financiële problemen ervaart, sinds 2012 is afgenomen. De invoering van het studievoorschot heeft hier geen verandering in gebracht. Uit de monitor van 2018 die ik op 29 juni jl. aan uw Kamer heb gestuurd4, blijkt een lichte stijging van financiële problemen ten opzichte van vorig jaar. We zullen dit uiteraard blijven monitoren.

Vraag 3

Bent u bereid onderzoek te doen naar mentale druk bij studenten en bent u bereid om daar ook de achtergrond en sociale omgeving bij te betrekken, zodat er betrouwbare, landelijke en actuele cijfers zijn over de mentale gezondheid van studenten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zoals aangegeven bij vraag 2, zal ik de financiële situatie van studenten blijven monitoren en ook het gesprek aangaan met het RIVM over hun onderzoek. De mogelijke effecten van de sociale omgeving en achtergrond op de psychische gezondheid van studenten hebben ook de aandacht van de werkgroep Studentenwelzijn. De monitor beleidsmaatregelen houdt de ontwikkelingen in het hoger onderwijs bij, onder andere over de financiële situatie van studenten en het leengedrag, maar ook in relatie tot de achtergrond en persoonskenmerken van de studenten. Ik constateer dat universiteiten en hogescholen dit thema op hun netvlies hebben en dat hier ook al actie op wordt ondernomen via bijvoorbeeld het actieplan Studentenwelzijn.

Vraag 4

Zijn er bij u cijfers bekend over de financiële consequenties die het afschaffen van de basisbeurs heeft voor studenten? Zo nee, bent u bereid hier onderzoek naar te doen?

Antwoord 4

Zie mijn antwoord bij vraag 2.

Vraag 5

Bent u bereid aanpassingen in de leeromgeving door te voeren, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu voorstelt?

Antwoord 5

De werkgroep Studentenwelzijn zal in haar gezamenlijke aanpak onder andere inzetten op studentenwelzijn en kennisdeling in het hoger onderwijs, zoals geadviseerd door het RIVM. Zie ook mijn antwoord bij vraag 1.

Vraag 6

Op welke wijze gaat u meer aandacht vragen voor het Actieplan Studentenwelzijn in het hoger onderwijs?

Antwoord 6

Het Actieplan Studentenwelzijn wordt meegenomen in de Gezamenlijke Aanpak die door de werkgroep Studentenwelzijn wordt ontwikkeld. De opstellers van dit Actieplan zijn ook betrokken bij de werkgroep Studentenwelzijn.

Vraag 7

Bent u bereid in gesprek te gaan met de VSNU en Vereniging Hogescholen om hen op te roepen meer bewustwording te creëren voor studentenwelzijn?

Antwoord 7

Zie mijn antwoord bij vraag 1.


X Noot
2

Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 116.

X Noot
3

Kamerstuk 2424, nr. 164, vergaderjaar 2016–2017

X Noot
4

Kamerstuk 3188, nr. 648, vergaderjaar 2017–2018

Naar boven