Vragen van het leden Leijten en Van Raak (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Financiën
over het bericht dat een bende cocaïnesmokkelaars is geïnfiltreerd bij de Belastingdienst
(ingezonden 6 juni 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 16 augustus 2018).
Vraag 1
Klopt het dat de politie een medewerker van de Belastingdienst heeft gearresteerd
op verdenking van het lekken van vertrouwelijke informatie aan een criminele organisatie?
Zo nee, kunt u uitleggen wat de feiten zijn?
Antwoord 1
Op 17 april 2018 zijn in een onderzoek naar een crimineel samenwerkingsverband, dat
er van verdacht wordt zich bezig te houden met de invoer van verdovende middelen via
de haven van Rotterdam, acht verdachten aangehouden in de regio Rijnmond. Eén van
de verdachten in dit onderzoek was inderdaad werkzaam bij de Belastingdienst. Hij
wordt ervan verdacht vertrouwelijke informatie te hebben doorgegeven aan de criminele
organisatie.
Vraag 2
Hoe kan het dat een medewerker van de Belastingdienst toegang heeft tot informatie
van alle opsporingsdiensten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Opsporingsdiensten bepalen binnen de wettelijke grenzen zelf wie, onder welke voorwaarden,
tot welke informatie in welke systemen toegang krijgt. Voor wat deze zaak betreft
geldt dat ik geen mededelingen kan doen over een concreet stafrechtelijk onderzoek.
Vraag 3
Hoe vaak komt het voor dat medewerkers van overheidsdiensten medewerking verlenen
aan criminele organisaties? Hoeveel medewerkers van overheidsdiensten zijn de afgelopen
jaren verdacht van dergelijke feiten?
Antwoord 3
De Rijksrecherche heeft in 2017 in totaal 105 oriënterende, feiten- en strafrechtelijke
onderzoeken verricht, waarvan 22 naar ambtelijke corruptie en 23 naar schending geheimhoudingsplicht1. In dat kader verwijs ik tevens naar de beantwoording op de vragen van het lid Helder
(PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «OM ziet opvallende
stijging aantal corruptiezaken binnen politie en douane» en het Jaarbericht OM 2017
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2825). Het WODC heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen georganiseerde criminaliteit
en integriteitsschendingen binnen rechtshandhavingsorganisaties over de periode 2012–2016.
Het onderzoek was op vier overheidsdiensten gericht, namelijk op de politie, Douane,
Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD).
Het onderzoek is, voorzien van een beleidsreactie, op 14 september 2017 (Kamerstuk
28 844, nr. 121), door de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Defensie
en de Staatssecretaris van Financiën, aan uw Kamer gestuurd.
Vraag 4
Hoe verklaart u dat criminele organisaties er kennelijk nog altijd in slagen douaniers
om te kopen en dat deze douaniers in staat zijn deze organisaties te helpen door het
doorlaten van partijen drugs? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Over 2017 en 2018 zijn mij bij de Douane geen gevallen bekend van ernstige integriteitsschendingen
in relatie tot georganiseerde criminaliteit waarbij douaniers zijn aangehouden of
ontslagen. Het werk van de Douane – controleren van goederen – brengt altijd risico’s
van beïnvloeding met zich mee. De Douane hanteert maatregelen om integriteitsincidenten
zoveel mogelijk te voorkomen. Het is echter nooit uit te sluiten dat integriteitsschendingen
plaatsvinden.
Als blijkt dat er onverhoopt toch mogelijk strafbare feiten zijn gepleegd, dan wordt
deze informatie overgedragen aan de opsporingsinstanties.
Vraag 5
Bent u bereid te onderzoeken hoe grootschalig het omkopen van medewerkers van de Douane
en de Belastingdienst voorkomt en hoe dit kan worden voorkomen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Ik heb geen aanwijzingen dat er sprake is van het op grote schaal omkopen van medewerkers
van de Douane en de Belastingdienst. Zie tevens het antwoord op vraag 4. Op dit moment
heb ik dan ook geen aanleiding om een onderzoek te laten instellen.
Vraag 6
Erkent u dat de verwevenheid van de «onderwereld» met de «bovenwereld» ernstige vormen
begint aan te nemen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Bij ondermijnende criminaliteit gaat het om een breed scala aan criminele fenomenen
en hun ondermijnende werking op de samenleving. Eén van die ondermijnende effecten
is de verwevenheid van onder- en bovenwereld. Die moet met kracht worden tegengegaan
en dat is ook de inzet van het kabinet. In de brief van de Minister van Justitie en
Veiligheid van 11 juli 2018 wordt uiteengezet hoe de aanpak de komende jaren zal worden
versterkt en versneld.
X Noot
1OM jaarbericht 2017, pagina 45.