Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het
bericht «Minister Stef Blok: «Suriname is een mislukte staat, door etnische opdeling»»
(ingezonden 19 juli 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 juli 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Minister Stef Blok: «Suriname is een mislukte staat,
door etnische opdeling»»?1
Antwoord 1
Ja. Ik verwijs u hierbij ook naar mijn brief aan uw Kamer met kenmerk (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2848) van 18 juli jl. en de beantwoording van de vragen van het lid Wilders (PVV) naar
aanleiding van dezelfde berichtgeving.
Vraag 2
Kunt u aangeven bij welke gelegenheid en in welke context u deze uitspraken heeft
gedaan?
Antwoord 2
Op 10 juli jl. heb ik tijdens een besloten bijeenkomst met Nederlanders gesproken
die werkzaam zijn bij internationale organisaties. Mijn doel was een open uitwisseling
te stimuleren en van de deelnemers hun ervaringen te horen. Mijn inbreng tijdens de
vraag & antwoordsessie van de bijeenkomst was er deels op gericht te prikkelen.
Vraag 3
Worden de door u gedane uitspraken – dus ook die met betrekking tot Suriname als «failed
state», integratie in Nederland en het migratiebeleid van Singapore – gedeeld door
het gehele kabinet? Op welke wijze wordt daar vorm aan gegeven in het kabinetsbeleid?
Antwoord 3
Het Regeerakkoord is leidend bij de uitvoering van mijn ambt en de invulling van het
beleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik zet mij volledig in om de daarin
geformuleerde doelen en afspraken na te streven
Het kabinetsbeleid ten aanzien van Suriname is sinds aanname van de zogenaamde Amnestiewet
in 2012 gericht op een zakelijke maar betrokken relatie.
Vraag 4
Welke invloed denkt u dat uw uitspraken hebben op het beeld van Nederland in het buitenland?
Antwoord 4
Het Nederlands buitenlands beleid is al sinds jaar en dag gericht op het behartigen
van de belangen van Nederland en Nederlanders, en op versterking van een op regels
gebaseerde internationale orde. Zo is dit ook in het Regeerakkoord opgenomen. Deze
uitspraken veranderen daar niets aan.
Vraag 5
Waar baseert u uw uitspraak op dat in steden als Warschau en Praag «geen gekleurde
mensen over straat lopen en als ze er wel zouden lopen ze in elkaar geslagen worden»?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 2. Ik heb tijdens de bijeenkomst illustraties gebruikt die ongelukkig
kunnen overkomen.
Vraag 6
Hoe denkt u Europese afspraken over migratie vorm te gaan geven als vluchtelingen
in landen als Tsjechië en Polen volgens u niet veilig over straat kunnen?
Antwoord 6
Zoals uit de gepubliceerde beelden blijkt heb ik gezegd «Ze worden waarschijnlijk
letterlijk in elkaar geslagen». Ik erken dat die uitspraak speculatief is. Zoals bekend
is de inzet van het kabinet dat het thema migratie vraagt om Europese antwoorden.
Daarom draagt het kabinet in contacten met andere lidstaten en de Europese Commissie
uit dat alle lidstaten hieraan bijdragen. Ook geldt dat alle lidstaten zich aan de
EU-regelgeving op het gebied van asiel en migratie moeten houden, alsook vanzelfsprekend
de orde handhaven. Daarom is het belangrijk dat het werk aan dit dossier wordt voortgezet,
ook al verlopen die gesprekken op enkele onderdelen zoals bekend moeizaam.
Vraag 7
Wat betekent het dat volgens u afspraken over de verdeling van vluchtelingen alleen
gemaakt kunnen worden als «de arm op de rug wordt gedraaid» van een aantal EU lidstaten?
Is dat volgens u een realistische en wenselijke optie? Zo ja, hoe geeft u daar dan
vorm aan? Zo nee, wat betekent dit voor de inzet van Nederland om tot EU-brede afspraken
over migratiebeleid te komen?
Antwoord 7
Zoals uw Kamer bekend leidt het thema migratie al geruime tijd tot diepgaande verschillen
van mening tussen de lidstaten. Europese consensus op de interne aspecten van dit
thema is lastig te bereiken en te behouden. Zo heeft een aantal lidstaten geweigerd
uitvoering te geven aan een juridisch bindend besluit van de Raad met betrekking tot
de verplichte relocatie van asielzoekers. Zoals vaak met uw Kamer besproken, ligt
er nog geen voorstel voor een meer structurele regeling voor herverdeling op tafel
waarin alle lidstaten zich kunnen vinden. Het heeft de voorkeur van het kabinet dat
een zo groot mogelijk draagvlak bestaat binnen de Raad om tot een beter werkend Europees
asielbeleid te komen, waarbij ook werkende afspraken worden gemaakt over de herverdeling
van asielzoekers. Het standpunt van het kabinet, zoals in het regeerakkoord verwoord,
is dat financiële steun vanuit de EU zou moeten worden geconditioneerd aan de inspanningen
van lidstaten op het gebied van asiel en migratie. De Europese Raad heeft de Raad
opgeroepen hieraan verder te werken zodat de ER hier in oktober weer over kan spreken.