Vragen van de leden Toorenburg (CDA), Buitenweg (GroenLinks), Van Nispen (SP) en Kuiken (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over seksueel misbruik binnen de gemeenschap van Jehova’s Getuigen (ingezonden 4 juli 2018).

Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 26 juli 2018).

Vraag 1

Is het waar dat tenminste een vijftal slachtoffers aangifte van seksueel geweld binnen de Jehova’s Getuigen heeft gedaan?1 Zo nee, wat is er dan niet waar? Heeft u een actueel overzicht van het aantal aangiftes?

Vraag 2

Bieden deze aangiftes aanknopingspunten voor nader onderzoek naar de gemeenschap van Jehova’s Getuigen? Zo ja, in welke fase bevindt het onderzoek zich? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Herkent u het beeld dat slachtoffers die aangifte hebben gedaan of overwegen, bij de politie een gebrek aan kennis over de organisatiestructuur van de Jehova’s Getuigen ervaren? Zo ja, wat gaat u doen teneinde er voor te zorgen dat die kennis wel ontstaat? Acht u het bijvoorbeeld wenselijk dat aangiftes gebundeld gaan worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Worden de aangiften, die slachtoffers van seksueel geweld binnen de Jehova’s Getuigen in verschillende regio’s doen, landelijk geregistreerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Op welke wijze gaat u er voor zorgen dat de aangiften die zijn gedaan accuraat worden opgepakt, met de juiste kennis van zaken van de bijzondere context, op een wijze die voldoende recht doet aan het mogelijk bredere probleem dan uit individuele aangiftes blijkt?

Vraag 6

Kent u ook de signalen dat Jehova’sGetuigen zich beroepen op het verschoningsrecht? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken welke rol het verschoningsrecht gaat spelen indien het tot een verruiming van de aangifteplicht komt? Kan het «verschoningsrecht van de geestelijke» zo ver reiken dat een heel kerkgenootschap zich kan beroepen op dat verschoningsrecht?

Vraag 7

Bent u er van op de hoogte dat volgens interne instructies (zie de brief van 1 september 2017 aan alle ouderlingen) informatie over Jehova’s getuigen die van seksueel kindermisbruik beschuldigd zijn (vastgesteld of niet) in een envelop moet worden gedaan met daarop de naam van de persoon en de vermelding «niet vernietigen»? Bent u er tevens van op de hoogte dat deze envelop in een vertrouwelijk archief bewaard moet blijven en dat deze informatie ook van personen wordt bijgehouden die geëxcommuniceerd zijn? Zo ja, in hoeverre is hier sprake van het verwerken van persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten zoals bedoeld in artikel 10 van de AVG? Is het voor Jehova’sGetuigen toegestaan deze gegevens te verwerken? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Toorenburg (CDA), Buitenweg (GroenLinks), Van Nispen (SP) van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over seksueel misbruik binnen de gemeenschap van Jehova’s Getuigen (ingezonden 4 juli 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Dit naar aanleiding van een gesprek op 14 juni jl. tussen kamerleden van CDA, GL, SP en PvdA met vertegenwoordigers van Stichting Reclaimed Voices die er is voor slachtoffers van seksueel misbruik binnen de organisatie van Jehova’s Getuigen

Naar boven