Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Premier Sint-Maarten: mariniers deden niks tegen plunderingen» (ingezonden 19 september 2017).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 21 september 2017).

Vraag 1

Kent u het bericht «Premier Sint-Maarten: mariniers deden niks tegen plunderingen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u het artikel «Mariniers deden niks bij plunderingen»?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3, 5, 6

Is dit interview gegeven door de Premier van Sint Maarten? In hoeverre berust de door de premier gegeven informatie in het interview op feiten?

Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Premier van Sint Maarten?

In hoeverre dienen de uitspraken van de Premier van Sint Maarten het belang van de zwaar getroffen bevolking van het land Sint Maarten?

Antwoord 3, 5, 6

Het is goed dat er inmiddels van de regeringszijde van Sint Maarten wordt bevestigd dat onze hulpverleners het uiterste doen om de inwoners van Sint Maarten te helpen hun leven weer op te pakken. Minister-President Marlin heeft aangegeven dat hij spijt heeft van de onrust die zijn uitlatingen hebben veroorzaakt en dat hij veel lof heeft voor het werk van de Nederlandse militairen.

Er heeft continu een afweging plaatsgevonden tussen behoud van openbare orde en veiligheid en hulpverlening aan de bevolking, in overeenstemming met en ter ondersteuning van de lokale autoriteiten. De inzet van militairen gebeurt alleen na een verzoek om militaire bijstand. Dit verzoek is voor de passage van Irma gedaan en door Nederland gehonoreerd. De geaccordeerde bijstand betrof concreet het bemannen van shelters, uitvoeren van damage assessment en ondersteunen van de politie bij het handhaven van de openbare orde. Voor deze inzet geldt dat de militairen onder civiel gezag staan van de autoriteiten van het land. Ondersteuning bij handhaving van de openbare orde gebeurt alleen indien de omstandigheden daar aanleiding toe geven en pas na overleg met de lokale autoriteiten.

Vraag 4

In hoeverre is de premier verantwoordelijk voor de gang van zaken bij de wederopbouw van Sint Maarten? Welke acties heeft het bestuur van Sint Maarten al ondernomen?

Antwoord 4

In beginsel zou Sint Maarten zelf verantwoordelijk zijn. De Nederlandse noodhulp die wordt verleend vindt plaats op basis van artikel 36 van het Statuut; Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten verlenen elkaar hulp en bijstand. In de Rijksministerraad is vastgesteld en onderstreept dat de landen in het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, conform het Statuut.

Momenteel wordt er door de eilandelijke diensten hard gewerkt aan het herstel van de voorzieningen, maar de capaciteit is gering. De hulp van Nederland, Aruba, Curaçao, het Rode Kruis en VN organisaties is nog hard nodig.

Vraag 7

In hoeverre is de hulp aan boord van de ZRMS Karel Doorman nog van nut gezien de uitspraken van de premier van Sint Maarten?

Antwoord 7

Ja.

Naar boven