Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
over lichthinder bij de A27 (ingezonden 18 juni 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
10 juli 2018).
Vraag 1
Is het u bekend dat de verbreding van de A27 ter hoogte van Groenekan en Hollandsche
Rading gepaard is gegaan met de plaatsing van 18 meter hoge lichtmasten die gedurende
de hele nacht blijven schijnen?
Antwoord 1
Ja, dat is mij bekend.
Gezien de breedte van de snelweg (2 x 3 rijstroken met een brede middenberm van 15,5
m) is het nodig om 18 m hoge masten te plaatsen om de snelweg goed te verlichten.
De verlichting wordt uitgeschakeld tussen 23 uur en 5 uur na openstelling van de wegverbreding.
Op dit moment heeft Rijkswaterstaat nog te maken met de bouwperiode. In deze fase
gaat de verlichting ’s nachts niet uit als aan de weg gewerkt wordt, in verband met
de veiligheid. Door de verlichting aan te laten staan, is het zicht voor de wegwerkers
en de weggebruikers goed en kunnen de wegwerkers hun werkzaamheden veilig uitvoeren.
Vraag 2
Is dit in lijn met de afspraken met omwonenden?
Antwoord 2
Er zijn met omwonenden geen afspraken gemaakt over de hoogte van de lichtmasten. De
nachtuitschakeling zoals genoemd in het Tracébesluit A27/A1 is in de voorlichting
over het project wel aan omwonenden gemeld. Er is vooraf niet besproken dat de verlichting
in de nacht tijdens de bouwperiode blijft branden. In voorkomende gevallen zullen
we dit voortaan wel doen.
Vraag 3
Heeft u voorzien dat lichthinder voor de direct langs de snelweg gelegen woningen
zou toenemen en dat de omwonenden daarover zouden kunnen gaan klagen?
Antwoord 3
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 2, is vooraf niet besproken dat de verlichting
in de nacht tijdens de bouwperiode zou blijven branden. Er kan, mede gezien de klachten,
worden geconstateerd dat hierover duidelijker gecommuniceerd had moeten worden.
Vraag 4
Hoe verhouden de extra investeringen die langs de A27 zijn gedaan voor de verbetering
van de natuur, zoals dassentunnels en ecoducten, zich ten opzichte van de verslechtering
voor de natuur (en met name de nacht-actieve dassen) door de toegenomen lichthinder?
Antwoord 4
Een groot deel van de lichthinder is tijdelijk, want de verlichting gaat na de werkzaamheden
’s nachts weer uit daar waar het veilig kan. LED verlichting zorgt voor gerichter
licht en vermindering van strooilicht. De hinder voor de natuur ten gevolge van de
hogere masten zal daardoor beperkt blijven.
Vraag 5
Hoe verhoudt zich het feit dat de nieuwe masten drie meter hoger zijn dan gebruikelijk
tot het beleid van Rijkswaterstaat dat volgens de website gericht is op het plaatsen
van lagere masten?
Antwoord 5
Zie het antwoord bij vraag 1. Het beleid van RWS is beschreven in het Uitvoeringskader
verlichting. De toegepaste masten voldoen aan dat uitvoeringskader. Dat de nieuwe
lichtmasten hoger zijn, is een gevolg van wegverbreding van 2 x 2 naar 2 x 3 rijstroken
met een bredere middenberm. De hogere lichtmasten zorgen voor een betere en efficiëntere
verdeling van het licht, dus voor een beter beeld voor de weggebruiker en een geoptimaliseerd
energieverbruik.
Vraag 6
Bent u bereid alsnog lagere lichtmasten te plaatsen of de lampen zo te laten richten
dat er geen lichthinder voor de omgeving bestaat?
Antwoord 6
Ik neem klachten vanuit de omgeving zeer serieus. Echter is er op dit moment sprake
van een tijdelijke situatie van permanente inschakeling gedurende de nachtelijke uren.
Voorzien is dat in de definitieve situatie de verlichting uitgezet wordt tussen 23
uur en 5 uur. De hogere masten zijn niet alleen nodig om alle rijstroken te kunnen
verlichten, maar ook om de verkeersveiligheid te borgen.
Vraag 7
Bent u bereid er bij Rijkswaterstaat op aan te dringen dat de verlichting tussen 21.00
en 05.00 uur wordt uitgeschakeld, zoals ook op veel andere rijkswegen het geval is?
Antwoord 7
Het landelijk beleid houdt in dat de verlichting tussen 23 uur en 5 uur wordt uitgeschakeld
ten behoeve van energiebesparing. Tijdens de bouwwerkzaamheden aan de weg kan de verlichting,
uit veiligheidsoverwegingen, in dit tijdsvenster wel aan zijn.
Vraag 8
Deelt u de mening dat na de eerder gemaakte blunder, waarbij Rijkswaterstaat nieuwe
geluidsschermen met de geluidsabsorberende kant naar de buitenzijde plaatste, de omwonenden
extra tegemoet zouden moeten worden gekomen?
Antwoord 8
Het aanbrengen van geluidsabsorberende bekleding aan de bewonerszijde is geadviseerd
door TNO om reflecterend omgevingslawaai, met name vanaf een spoorlijn, te verminderen.
Hieraan ligt een gedegen onderzoek ten grondslag. Het nut van deze benadering is onderschreven
door de Omgevingsdienst Regio Utrecht.