Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht ««Ik kan wel huilen», Delft schrikt van weer een geweldsincident» (ingezonden 15 juni 2018)

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 juli 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht ««Ik kan wel huilen», Delft schrikt van weer een geweldsincident»?1

Passen deze incidenten in een trend van geweldsincidenten die elders in Nederland ten opzichte van vooral horecagelegenheden zijn gepleegd? Is hier sprake van een nieuwe vorm van criminaliteit, namelijk een vorm van afpersing van horecaondernemers?

Vraag 2

Kunt u aangeven – niet alleen in Delft maar ook in andere steden – op welke grond en met welk doel panden gesloten worden na een schiet- en/of geweldsincident in of nabij zo’n pand?

Vraag 3

Wordt bij het sluiten van panden na een schiet- en/of geweldsincident meegewogen welke motivatie er achter dat schiet- en/of geweldsincident schuil gaat? Is het standaardbeleid dat panden gesloten worden na een schiet- en/of geweldsincident? Verschilt dit wellicht per regio? Wordt op deze wijze een slachtoffer (ondernemer) van zo’n schiet- en/of geweldsincident niet dubbel getroffen?

Vraag 4

Kunt u aangeven of er alternatieven zijn voor het (standaard)sluiten van panden na schiet- en/of geweldsincident?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht ««Ik kan huilen», Delft schrikt van weer een geweldsincident» (ingezonden 15 juni 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven